Door pater John Flader
Ik ben een verwarde Schriftleraar. Ik heb geleerd dat de apostel Matteüs het eerste evangelie heeft geschreven, maar in een nieuwe bijbel vind ik: “Het wordt tegenwoordig door geleerden algemeen aanvaard dat de schrijver van het eerste evangelie niet de apostel Matteüs was … maar een christen van de tweede generatie…” Wie heeft er gelijk? En is het Evangelie in het Grieks geschreven rond 85 na Christus, zoals deze Bijbel zegt?
Je vraag doet me denken aan die “troost”-vragen die Groucho Marx altijd stelde in zijn quizshow als de deelnemer de voorgeschreven vragen niet beantwoordde. Hij vroeg dan bijvoorbeeld: “Wie is er begraven in Grant’s tombe?” of “Wie schreef Beethoven’s Negende Symfonie?” Wie schreef het Mattheus Evangelie? Klinkt bekend.
Ook moeten we oppassen dat de meningen van “geleerden” of theologen geen “parallel magisterium” worden, dat dezelfde autoriteit krijgt als de officiële leer van de Kerk.
Maar om op uw vraag terug te komen, er is ruim bewijs dat het inderdaad de apostel Mattheüs was die het eerste Evangelie schreef, dat hij in het Aramees schreef en niet in het Grieks, en dat hij het veel eerder schreef dan in 85 na Christus.
Wat betreft het auteurschap, de christelijke traditie schrijft het eerste Evangelie unaniem toe aan Mattheüs. Vrijwel alle oude manuscripten die de titel van het werk hebben bewaard, hebben een of andere vorm van de woorden “volgens Mattheüs”. Onder de kerkvaders en andere schrijvers zeggen de heilige Irenaeus, Origenes, de heilige Johannes Chrysostom, de heilige Hiëronymus en de heilige Augustinus allen dat Mattheüs het Evangelie heeft geschreven.
Op 19 juni 1911 bevestigde de Pauselijke Bijbelcommissie (PBC), met goedkeuring van paus Pius X, dat Mattheüs inderdaad de auteur van het eerste Evangelie was: “Gezien de universele en voortdurende overeenstemming van de Kerk, zoals blijkt uit het getuigenis van de Vaders, het opschrift van Evangelie-codices, de oudste versies van de Heilige Boeken en lijsten overgeleverd door de Heilige Vaders, kerkelijke schrijvers, pausen en concilies, en tenslotte door liturgisch gebruik in de Oosterse en Westerse Kerk, mag en moet men aannemen dat Mattheüs, een apostel van Christus, werkelijk de auteur is van het Evangelie dat zijn naam draagt” (n. I).
Wat de taal betreft, volgens de historicus Eusebius (Kerkgeschiedenis III.39.16), heeft de vroege Christen Papias gezegd dat Matteüs de uitspraken van Jezus in de Hebreeuwse taal heeft samengesteld. Eusebius (Kerkgeschiedenis V.10.3) zegt ook dat Pantaenus in India het Evangelie volgens Mattheus vond, geschreven in de Hebreeuwse taal, waar de heilige Bartholomeus het had achtergelaten. En hij zegt (Kerkgeschiedenis VI.25.3-4) dat Origenes in zijn eerste boek over het Evangelie van Matteüs verklaart dat hij uit de overlevering had vernomen dat het eerste Evangelie geschreven was door Matteüs, die het in het Hebreeuws samenstelde voor de bekeerlingen uit het Judaïsme. Ook Hiëronymus heeft herhaaldelijk verklaard dat Mattheus zijn Evangelie in het Hebreeuws heeft geschreven (Ad Damasum, xx, Ad Hedib. iv), evenals de H. Cyrillus van Jeruzalem, H. Gregorius van Nazianzus, H. Epiphanius, H. Johannes Chrysostom, H. Augustinus en anderen. Wanneer zij Hebreeuws zeggen, bedoelen zij het Hebreeuws dat in de tijd van Christus in Israël werd gesproken en dat wij tegenwoordig kennen als Aramees. Ondanks de zekerheid dat Matteüs in het Aramees schreef, zijn er helaas geen kopieën van die versie bewaard gebleven, en is alleen de Griekse vertaling overgebleven.
In dit verband bevestigde de PBC in dezelfde verklaring: “De overtuiging dat Mattheüs de andere Evangelisten is voorgegaan in het schrijven, en dat het eerste Evangelie is geschreven in de moedertaal van de Joden toen in Palestina, moet worden beschouwd als gebaseerd op Traditie” (n. II).
Wat betreft het tijdstip waarop Mattheüs zijn Evangelie schreef, het is het meest waarschijnlijk dat hij dit deed in de jaren 50 of 60 van de eerste eeuw. Er zijn twee belangrijke redenen om dit te zeggen. Ten eerste schrijft Matteüs over Jezus’ profetie dat Jeruzalem zou vallen, met de verbranding van de stad (vgl. Mt 22,7) en de verwoesting van de Tempel (vgl. Mt 24,2). Jeruzalem en de Tempel werden in het jaar 70 verwoest, maar daar wordt in het Evangelie geen melding van gemaakt. Ook verwijst Matteüs zeven maal naar het verzet van de Sadduceeën tegen Christus en de discipelen, maar de Sadduceeën hielden op een macht te zijn met de verwoesting van Jeruzalem door de Romeinen in het jaar 70. In dit verband verklaarde de PBC: “De voorbereiding van deze oorspronkelijke tekst werd niet uitgesteld tot na de verwoesting van Jeruzalem, zodat de profetieën die het daarover bevat, na die gebeurtenis geschreven zouden kunnen worden; evenmin is het vermeende onzekere en veel betwiste getuigenis van Irenaeus (Advers. haeres., lib. III, cap. I, n. 2), overtuigend genoeg om af te rekenen met de mening die het meest overeenkomt met de Traditie, dat hun voorbereiding al klaar was vóór de komst van Paulus naar Rome” (n. III).
Dus ja, Mattheus schreef zijn Evangelie en hij deed dat in het Aramees lang voor het jaar 85.