Duitsland, Oostenrijk, België, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, IJsland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden en Zwitserland zijn alle toegetreden tot het Schengenakkoord en zijn dus Schengenstaten.
Het Schengengebied omvat dus alle EU-lidstaten behalve het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Cyprus; op dit moment passen de EU-lidstaten Bulgarije, Roemenië en Kroatië slechts enkele van de Schengenbepalingen toe. Totdat deze drie landen het zogeheten Schengenacquis volledig toepassen, wat hun doel is, blijven paspoortcontroles aan de binnengrenzen bestaan. Naast de al genoemde EU-landen zijn ook IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein Schengenlanden.
Bezitters van een Schengenvisum (op het visum staat in de taal van het land van afgifte “geldig voor Schengenlanden”) mogen maximaal 90 dagen per periode van 180 dagen in het Schengengebied doorbrengen, mits hun visum op dat moment geldig is. Hetzelfde geldt voor houders van de meeste nationale verblijfstitels en nationale visa van categorie D die door de afzonderlijke Schengenstaten worden afgegeven voor langdurige bezoeken van meer dan drie maanden. Voor reizen naar andere EU-landen die geen Schengen-landen zijn, kan een apart visum nodig zijn.
- Het Schengen-akkoord