Wat is een foneem?
Een foneem is de kleinste klankeenheid die een woord onderscheidt van een ander woord in een taal. Deze grafiek toont alle fonemen die bij het spreken van het Engels worden gebruikt.
Fonemen leren bij de receptie en in KS1
Kinderen leren bij de receptie de afzonderlijke klanken van elke letter van het alfabet. Daarna beginnen ze deze klanken samen te voegen tot korte woorden, zoals: kat, dutje, speld, tik, enz. Dit wordt het mengen van klanken genoemd.
Ze zullen leren dat elk van deze woorden drie verschillende klanken (fonemen) heeft. Bijvoorbeeld, kat heeft de drie klanken: /c/ /a/ en /t/.
In de fonetiek leren we de “pure klank” van een foneem te lezen, in plaats van letternamen. Bijvoorbeeld, de klank /s/ wordt uitgesproken als ‘ssssss’ en niet als ‘suh’ of ‘es’. Als kinderen pure klanken leren lezen, kunnen ze klanken veel gemakkelijker met elkaar vermengen als ze verder komen met lezen.
Ze gaan ook over op woorden die medeklinkerclusters (twee medeklinkers die bij elkaar staan) bevatten, zoals trap (tr is een medeklinkercluster) of bump (mp is een medeklinkercluster). Beide woorden bevatten vier fonemen, want hoewel bij medeklinkerclusters letters worden ‘samengevoegd’, hoor je nog steeds de twee afzonderlijke klanken.
Ze beginnen dan te leren dat een woord een klank kan hebben die uit twee letters bestaat, bijvoorbeeld:
boot
is opgebouwd uit drie fonemen: /b/ aan het begin, /oa/ in het midden en /t/ aan het eind.
De middelste klank /oa/ bestaat uit twee letters, dus dit wordt een bigram genoemd. Een bigram is een foneem (één klank) dat uit twee letters bestaat. De bigram hierboven, /oa/, is een klinker bigram, omdat hij is opgebouwd uit twee klinkers.
Een bigram kan ook uit medeklinkers bestaan, bijvoorbeeld:
chip
De /ch/ in chip is een medeklinker bigram, waarbij de twee letters samen één foneem vormen.
Een enkele klank kan ook uit drie letters bestaan, en dat wordt een trigram genoemd. Bijvoorbeeld:
licht
De /igh/ in dit woord is één klank die uit drie letters bestaat, dus dit is een trigraf.
Praktische oefening met fonemen
Kinderen zal vaak worden gevraagd woorden op te splitsen in klanken (ze hoeven misschien niet het woord foneem te gebruiken). Als ze bijvoorbeeld het volgende woord niet kunnen lezen:
train
ze kunnen worden gevraagd het uit te klinken, waarbij de klanken /t/ /r/ /ai/ /n/ worden onderstreept, zodat ze weten hoe ze een woord moeten opsplitsen om de klanken hardop te kunnen zeggen.
Ze kunnen ook woordkaartjes of verbindingsblokjes krijgen met individuele fonemen erop en dan worden gevraagd om er woorden van te maken.
Bijvoorbeeld: ze kunnen de volgende kaarten krijgen:
f | r | b |
n | t | s |
ai | oo | ea |