Het idee van Petrus aan de hemelpoort met de sleutels heeft een lange geschiedenis die zijn oorsprong vindt in de bijbel. Natuurlijk, zoals dat gaat, kunnen bronvermelding en begrip van de bron twee verschillende dingen zijn.
Hier volgt een voorbeeld van de leer in de 7e eeuw op de synode van Whitby over het meningsverschil over de paasviering. (vetgedrukt van mij)
De controverse werd beslist op een synode gehouden te Whitby in 664 in aanwezigheid van koning Oswy of Oswio en zijn zoon Alfrid. Colman, de tweede opvolger van Aidan, verdedigde het Schotse Paasfeest op gezag van St. Columba en de apostel Johannes. Wilfrid baseerde de Romeinse naleving op het gezag van Petrus, die het in Rome had ingevoerd, en op de universele gewoonte van het Christendom. Toen hij zei, dat aan Petrus de sleutels van het koninkrijk der hemelen waren toevertrouwd, zei de koning: “Ik wil de deurwachter niet tegenspreken, anders zal er niemand zijn, die de poorten van het koninkrijk der hemelen kan openen. Door dit onweerstaanbare argument werd de tegenstand gebroken, en de gelijkvormigheid aan het Romeinse gebruik vastgesteld. -bron-
Vorafgaand hieraan circa 200 CE vinden we het argument van Tertullianus die het geven van de sleutels toespitst op Petrus alleen en niet op of doorgeeft aan de volgende generaties. Petrus, zo leert hij, gebruikte de sleutels om eerst aan de Joden (Pinksteren) en aan de heidenen (Cornelius) te prediken. Het was eenmaal voor allen gedaan. Het was niet iets om daarna door te geven of te herhalen of nodig te hebben. Voor Tertullianus was het bezit van de sleutels een toe-eigening van wat alleen aan Petrus was gegeven. Hij schetst vervolgens verschillende manieren waarop Petrus de deuren al had geopend.
Nadat Tertullianus er was, pakte Cyprianus rond 230 na Christus hetzelfde motief van de sleutels van het koninkrijk op om zijn argument van één kerk en één doop, gebaseerd op één bron van eenheid, kracht bij te zetten; namelijk op het feit dat Christus de sleutels van het koninkrijk aan Petrus had gegeven.
Waarheen moet hij komen die dorst heeft? Zal hij komen tot de ketters, waar in het geheel geen fontein en rivier van levend water is; of tot de Kerk die één is, en gegrondvest is op iemand die de sleutels ervan heeft ontvangen door de stem van de Heer? -bron-
John Cassianus schreef omstreeks CE 410 over de sleutels en wat dat betekent; namelijk dat de belijdenis van Petrus (Jezus is de Christus, de Zoon van de levende God Mat 16:16) het geloof is waardoor de poorten geopend worden.
Ziet u hoe de uitspraak van Petrus het geloof van de Kerk is? Dan moet hij natuurlijk buiten de Kerk zijn, die niet het geloof van de Kerk aanhangt. “En aan u,” zegt de Heer, “zal ik de sleutels geven van het koninkrijk der hemelen.” Dit geloof verdiende de hemel; dit geloof ontving de sleutels van het hemelse koninkrijk. Zie wat u te wachten staat. U kunt de poort waartoe deze sleutel behoort niet binnengaan, als u het geloof van deze sleutel hebt verloochend. -bron-
Deze historische lijnen gaan terug op de bijbelse optekening van Christus die aan Petrus de sleutels van het koninkrijk geeft. De bijbel is de bron, maar de interpretaties lopen uiteen.
En Ik zal u de sleutels geven van het koninkrijk der hemelen; en al wat gij zult binden op aarde, zal gebonden zijn in de hemel; en al wat gij zult losmaken op aarde, zal losgemaakt zijn in de hemel. Mat 16:19
Zoals gezegd, Petrus deed wat Christus hem opdroeg. Hij opende de deuren van het koninkrijk eerst voor de Joden:
Maar Petrus, staande met de elf, verhief zijn stem, en zeide tot hen: Gij, mannen van Judea, en allen, die te Jeruzalem woont, wordt dit u bekend, en luistert naar mijn woorden: .Petrus zeide tot hen: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave van de heilige Geest ontvangen. Handelingen 2:14, 38
En daarna tot de heidenen.
Toen opende Petrus zijn mond, en zeide: Waarlijk, ik bemerk, dat God geen aanzien des persoons heeft; … Terwijl Petrus deze woorden sprak, viel de Heilige Geest op allen, die het woord hoorden. Handelingen 10:34, 44
Het idee van Petrus als de poortwachter is dus al heel oud. Voor sommigen heeft Petrus zijn werk al gedaan. De deuren zijn geopend en de hel zal niet zegevieren. Voor anderen heeft Petrus of hun kerk nog steeds de sleutels in handen en kan hij of zij de deuren voor hen openen of niet.