Herinfecties met chlamydia komen vaak voor – bij 1 op de 5 mensen treedt een nieuwe infectie met chlamydia op binnen de eerste maanden na de behandeling van de eerste infectie. Onbehandelde chlamydia kan het risico voor een vrouw verhogen op het ontwikkelen van: bekkenontstekingsziekte (PID), onvruchtbaarheid, buitenbaarmoederlijke zwangerschap, en chronische bekkenpijn. Vrouwen die opnieuw met chlamydia besmet raken, hebben zelfs een nog hoger risico op PID en buitenbaarmoederlijke zwangerschap dan vrouwen met een eerste besmetting.
Omwille van deze risico’s beveelt het Centers for Disease Control and Prevention (CDC) aan dat iedereen die positief test op chlamydia, drie maanden na de behandeling opnieuw wordt getest. Als uw patiënt na drie maanden niet terugkomt, moet hij/zij de volgende keer dat hij/zij terugkomt in de twaalf maanden na het eerste bezoek opnieuw worden getest. In de meeste gevallen zijn infecties die bij een hertest worden gevonden nieuwe infecties, overgedragen door ofwel een onbehandelde vorige partner of een geïnfecteerde nieuwe partner.
Hertests een paar maanden na de diagnose en behandeling van chlamydia kunnen herinfectie opsporen voor eerdere behandeling om complicaties en verdere overdracht te voorkomen.
Hertests zijn niet hetzelfde als een test-of-cure (TOC). Hertests voor herinfectie van chlamydia worden routinematig uitgevoerd. Een test-of-cure wordt echter drie tot vier weken na de behandeling uitgevoerd en wordt alleen onder de volgende omstandigheden gedaan:
- Als er bezorgdheid bestaat over het voortduren van de infectie ondanks behandeling
- Als de symptomen van de infectie aanhouden
- Als er een vermoeden is dat de behandeling niet goed is uitgevoerd
- Na behandeling van chlamydia tijdens de zwangerschap