From Longman Dictionary of Contemporary Englishurethrau‧re‧thra /jʊˈriːθrə/ zelfstandig naamwoord technischHB de buis waardoor de afvalvloeistof vanuit de blaas het lichaam uitstroomt en waardoor ook het sperma van mannen stroomtVoorbeelden uit het Corpusurethra- Ten eerste voorkomen ze dat de bacteriën die urine-infecties veroorzaken, zich hechten aan de huidcellen in de blaas en de urethra.- Zowel de glaasjes als de kweekjes van de baarmoederhals en de urinebuis waren negatief voor gonorroe en werden naar behoren herhaald.- Met een zekere tegenzin stemde zij in met een verder onderzoek en er werden tests van de baarmoederhals en de urinebuis genomen.- Het gewicht van het dragen van een foetus tijdens de zwangerschap vormt een grote belasting voor de blaas, de urinebuis en de spieren in het bekkengebied.- Er kan een ontsteking optreden in de vele kleine klieren die zich in en rond de urinebuis bevinden.- Het is een spierorgaan dat, wanneer het samentrekt, de urine door de urinebuis naar beneden perst.
Dit omvat het masseren van de prostaatklier en het masseren van de urinebuis over een metalen klank. Urethritis Urethritis betekent eenvoudigweg ontsteking van de urinebuis.