Wat is ureteroscopie?
Het is een procedure waarbij een kleine scoop (zoals een flexibele telescoop) in de blaas en de urineleider wordt ingebracht en die wordt gebruikt om een verscheidenheid aan problemen in de urinewegen te diagnosticeren en te behandelen. Bij urineleiderstenen (een steen in de urineleider) kan de uroloog daadwerkelijk in de urineleider kijken, de steen vinden en deze verwijderen. De chirurg brengt een klein draadkorfje via de blaas in de onderste urineleider, grijpt de steen en trekt de steen eruit. Dit is een poliklinische ingreep met of zonder een stent (een buisje dat in de urineleider wordt geplaatst om deze open te houden).
Afhankelijk van de vaardigheid en ervaring van de chirurg kan een ureteroscopie echter worden gebruikt voor vrijwel elke steen van een grootte die daarvoor geschikt is. Fragmentatie van stenen met behulp van ureteroscopie met heliumlaserapparaat is zekerder dan met schokgolf-lithotripsie (SWL).
Wanneer wordt ureteroscopie gebruikt?
Het vaakst wordt ureteroscopie gebruikt voor stenen in de urineleider, vooral voor stenen die het dichtst bij de blaas liggen, in de onderste helft van de urineleider. lt is de meest voorkomende behandeling van stenen in de onderste urineleider. Voor stenen in de nier is schokgolf lithotripsie (SWL) de meest gebruikte behandeling. SWL-behandeling kan niet bij iedereen worden toegepast. Voor patiënten die zwanger zijn, zwaarlijvig zijn of een bloedstollingsstoornis hebben, is een ureteroscopie een goede keuze. Voor zeer grote of vreemd gevormde stenen, of stenen die zeer hard zijn, kunnen andere behandelingen nodig zijn, zoals percutane nefrolithotomie of, in zeldzame gevallen, open chirurgie.
Wordt er tijdens de ureteroscopie altijd een mandje gebruikt?
Niet altijd. Als de steen te groot is of te vast in de urineleider zit, kan hij worden gefragmenteerd met een laser (pulsed dye laser), schokgolven (hoogfrequente geluidsgolven) of elektrische energie (elektrohydrauIsche lithotripsie).
Wordt ik in het ziekenhuis opgenomen?
In de meeste gevallen gaat het om een poliklinische ingreep.
Wat zijn de risico’s?
Er is een kleine kans op infectie, bloeding of verwonding van de urineleider. Als de urineleider te klein is, kan een stent gedurende een of twee weken worden geplaatst om de urineleider open te houden, waarna de ingreep op een later tijdstip wordt uitgevoerd.