Summary
In december 1979 trokken Sovjettroepen het kleine, arme, door land ingesloten, islamitische Afghanistan binnen, vermoordden de communistische president, Hafizullah Amin, en installeerden een meer volgzame Afghaanse leider. Bijna tien jaar lang bleven de Sovjettroepen verschanst in Afghanistan voordat zij zich uiteindelijk in februari 1989 terugtrokken. In deze periode startten de Verenigde Staten een geheim programma om de anticommunistische Afghaanse opstandelingen – de mujahideen – te helpen verzet te bieden tegen de Sovjetbezetting. Begonnen met de kleinschalige toestemming van President Jimmy Carter in juli 1979, werd de geheime oorlog de grootste in de geschiedenis onder President Ronald Reagan, oplopend tot 700 miljoen dollar per jaar. De Central Intelligence Agency (CIA) fungeerde als kwartiermaker voor de oorlog en regelde de levering van wapens voor de mujahideen, die via het Pakistaanse Inter-Services Intelligence directoraat (ISI) werden doorgesluisd, in coördinatie met Saoedi-Arabië, China, Egypte, en anderen. Er waren geen Amerikanen rechtstreeks bij de gevechten betrokken, en de totale kosten voor de Amerikaanse belastingbetaler bedroegen ongeveer 2 miljard dollar. De Afghaanse kosten waren veel hoger. Meer dan een miljoen Afghanen werden gedood, nog eens twee miljoen raakten gewond, en meer dan zes miljoen vluchtelingen vluchtten naar buurlanden Pakistan en Iran. Voor de Sovjet-Unie was de tien jaar durende oorlog haar grootste militaire actie in het naoorlogse tijdperk, en het lange en langdurige karakter van het conflict en het falen van het Rode Leger om de Afghanen te onderwerpen is gedeeltelijk verantwoordelijk voor de interne onrust die bijdroeg tot het uiteindelijke uiteenvallen van het Sovjet-imperium aan het einde van de jaren tachtig. De nederlaag van het 40ste Leger van de Sovjet-Unie in Afghanistan bleek de laatste grote slag te zijn van de Koude Oorlog, maar markeerde ook het begin van een nieuw tijdperk. De verwoesting en radicalisering van de Afghaanse samenleving resulteerden in de daaropvolgende decennia van aanhoudende conflicten en oorlogen en de opkomst van militant islamitisch fundamentalisme dat de wereld na de Koude Oorlog heeft bepaald.