Abstract
Chronische pijn in het proximale, laterale, onderste lidmaat kan voortkomen uit het femoro-acetabulaire gewricht, uit de spieren en pezen die erop inwerken, uit elk van de structuren die het gebied doorkruisen, en uit verder weg gelegen structuren zoals de lumbale wervelkolom.
De etiologie van pathologie in dit gebied is niet beperkt tot trauma of overbelasting. Als gevolg hiervan kunnen veel verschillende sportactiviteiten een oorzakelijke rol spelen.
Zonder een duidelijke klinische/pathologische diagnose, is de daaropvolgende behandeling van chronische liespijn moeilijk. De combinatie van complexe anatomie, variabiliteit in presentatie en de niet-specifieke aard van de tekenen en symptomen maakt het diagnostische proces problematisch.
De paper stelt een nieuw educatief model voor, gebaseerd op pathoanatomische concepten. Anatomische referentiepunten werden geselecteerd om een driehoek te vormen, die het onderscheidend vermogen biedt om de differentiële diagnose te beperken, en de basis vormt van het daaropvolgende onderzoek.
Dit artikel maakt deel uit van een reeks die de driedimensionale aard van proximale pathologie van de onderste ledematen behandelt. De 3G-benadering (lies-, gluteaal- en grote trochanterdriehoeken) erkent dit en stelt de clinicus in staat zich door de regio te bewegen en de pathologieën op de juiste wijze te beschouwen.