Strata zijn lagen gesteente, of soms grond. In de natuur komen strata in vele lagen voor. Het is een term in de sedimentaire en historische geologie; het enkelvoud is stratum. De studie van strata wordt stratigrafie genoemd.
Deze lagen zijn als sediment, vaak in zee, afgezet en door druk, warmte en chemische werking langzaam veranderd in gesteenten.
De lagen zijn vaak typerend voor een bepaalde tijd en plaats, en stellen geologen in staat gesteenten op verschillende plaatsen met elkaar in verband te brengen. Krijt bijvoorbeeld is ontstaan in het Boven-Krijt, en bestaat voornamelijk uit de resten van microscopisch kleine algen, coccolieten genaamd.
In normale lagen worden de latere lagen in horizontale lagen op vroegere lagen gelegd. In de loop van de tijd kunnen sedimentaire gesteenten vervormd raken door enorme krachten in de aarde: vulkanisme, orogenese (bergvorming) of andere oorzaken. Dan is onderzoek nodig om uit te zoeken wat er met de lagen is gebeurd.
Wanneer lagen boven de zeespiegel uitstijgen, raken ze afgesleten door erosie, bijvoorbeeld door het weer. Hierdoor ontstaan gaten in de opeenvolging van lagen, die in de geschiedenis van de aarde vele malen kunnen zijn opgestegen en gezakt. Deze gaten worden in geologisch jargon unconformiteiten genoemd.