Komedies
De oude Shakespeareaanse komedies zijn anders dan de moderne. In al zijn toneelstukken kwamen huwelijken voor en was er sprake van een happy end. In tegenstelling tot zijn andere soorten toneelstukken, behandelt deze bepaalde onderwerpen niet serieus, zoals liefde. Hij gebruikt woordspelingen, beledigingen en metaforen om zijn humor verder uit te drukken. Iets anders dat opvalt is zijn keuze voor zo’n intens plot. Terwijl je leest, zijn er meer wendingen dan je ooit had verwacht; het plot is over het algemeen complexer. Enkele voorbeelden die je zou kunnen herkennen zijn As You Like It, Twelfth Night, Winter’s Tale, en Measure for Measure.
Tragedies
Deze stijl van Shakespeare’s toneelstukken zijn zo’n beetje het tegenovergestelde van komedies. De hoofdpersoon is meestal een held, nobel en rijk, maar heeft altijd een of andere karakterfout. Op het einde leidt deze fout meestal tot de ondergang van de held. Doorheen het verhaal is er veel spanning en climax, maar het eindigt in een soort ramp of met een dode; vandaar de titel “tragedie”. Er zijn drie soorten tragedies: klassieke, middeleeuwse en renaissance tragedies. Enkele tragedies die hij schreef waren Romeo en Juliet, Julius Caesar, Hamlet, Macbeth, en Othello.
Historie
Ondanks de naam van dit type toneelstuk, waren Shakespeareaanse geschiedenissen niet historisch accuraat. Ze gaven je een gevoel van vermaak en verborgen onderliggende boodschappen van zijn tijd in plaats van de geïmpliceerde setting in het boek. Ze waren allemaal gebaseerd op het leven van Engelse koningen of de Romeinse geschiedenis; daarom worden Macbeth en King Lear beschouwd als tragedies en niet als geschiedenissen. Bijzondere voorbeelden zijn Henry (IV-VIIII), King John, Richard II, en Richard III.
(Bronnen: wikipedia.org, calpoly.edu, springfield.k12.il.us, shakespeare.about.com,
shakespeare.nuvvo.com)
Shakespeare’s drie soorten toneelstukken – William Shakespeare