Seksisme op het werk

Seksisme houdt verband met overtuigingen over de fundamentele aard van vrouwen en mannen en de rollen die zij in de samenleving zouden moeten spelen. Seksistische veronderstellingen over vrouwen en mannen, die zich uiten in genderstereotypen, kunnen het ene geslacht superieur maken aan het andere. Dergelijk hiërarchisch denken kan bewust en vijandig zijn, maar het kan ook onbewust zijn en zich uiten als onbewuste vooroordelen. Ondanks wettelijke kaders die overal in de EU zijn ingesteld om discriminatie te voorkomen en gelijkheid te bevorderen, zijn vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd in besluitvormingsfuncties, worden zij buiten bepaalde sectoren van de economie gehouden, zijn zij in de eerste plaats verantwoordelijk voor onbetaald zorgwerk, krijgen zij minder betaald dan mannen en zijn zij onevenredig vaak het slachtoffer van gendergerelateerd geweld. Seksistische houdingen, praktijken en gedragingen dragen bij tot deze ongelijkheden.

Binnen de Europese instellingen bestaat er geen specifieke definitie van seksisme. Seksistisch gedrag valt gedeeltelijk onder artikel 12 bis van het Statuut betreffende psychische en seksuele intimidatie, waarin seksuele intimidatie wordt gedefinieerd als:

Seksistische praktijken zijn verboden op grond van artikel 1, onder d), van het Statuut, dat discriminatie op grond van geslacht (naast andere vormen van discriminatie) verbiedt, en op grond van artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de EU.

Hoewel sommige seksistische gedragingen deze anti-intimidatie- en anti-discriminatieregels kunnen schenden, bereiken sommige echter niet die drempel. Bovendien heeft de Europese Rekenkamer vastgesteld dat, hoewel de ethische kaders van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie grotendeels adequaat zijn en de personeelsleden hun eigen ethische kennis hoog inschatten, minder dan een kwart denkt dat hun collega’s niet zouden aarzelen om onethisch gedrag te melden.

Voetnoten