Engels Grammaticaregels
Possessieve bijvoeglijke naamwoorden worden gebruikt om bezit of eigendom van iets aan te geven. Hoewel we ze gebruiken als we naar mensen verwijzen, is het meer in de zin van relatie dan van eigendom.
De bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden in het Engels zijn als volgt:
Het bezittelijke bijvoeglijk naamwoord moet het eens zijn met de bezitter en niet met het ding dat wordt bezeten.
Voorbeelden
- Mijn auto is erg oud.
- Haar vriend is erg vriendelijk.
- Onze hond is zwart.
- Hun huiswerk ligt op tafel.
Zoals alle bijvoeglijke naamwoorden in het Engels, staan ze altijd direct voor het zelfstandig naamwoord waar ze naar verwijzen. (Bezittelijk bijvoeglijk naamwoord + zelfstandig naamwoord)
Wij voegen geen S toe aan het bijvoeglijk naamwoord als het zelfstandig naamwoord meervoud is, zoals in veel andere talen.
Voorbeelden:
- Onze auto’s zijn duur. (Juist)
Onze auto’s zijn duur. (Onjuist)
Het werkwoord dat wordt gebruikt, moet echter overeenstemmen met het zelfstandig naamwoord – als het zelfstandig naamwoord enkelvoud is, is het werkwoord enkelvoud; als het zelfstandig naamwoord meervoud is, is het werkwoord meervoud.
Voorbeelden:
- Mijn pen is zwart. (Enkelvoud)
Mijn pen is zwart. (Meervoud) - Ons kind is intelligent. (Enkelvoud)
Onze kinderen zijn intelligent. (Meervoud)
Its vs. It’s
Wees voorzichtig met het verwarren van its en it’s.
Its = het bezittelijk bijvoeglijk naamwoord voor It.
It’s = een samentrekking van it is.
Meer gedetailleerde informatie over Its vs. It’s hier.
Zie hier het verschil tussen Your en You’re en Their, They’re, en There
Volgende activiteiten
Probeer onze interactieve spelletjes om Possessive Adjective (eenvoudig), Possessive Adjectives (iets moeilijker) te oefenen.
Zie hier onze grammaticale aantekeningen over Possessive Pronouns.
Woodward Engelse les: Possessive Adjectives
Als je deze grammaticagids over Possessive Adjectives in het Engels nuttig vond, laat het anderen dan weten: