Wanneer de effectiviteit van astma-interventies worden geëvalueerd in de onderzoekssetting, wordt de fysiologische manifestatie van astma – variabele luchtwegobstructie – altijd objectief gemeten met een aantal van de volgende longfunctietests: (1) Spirometrie op basisniveau geeft een zeer nauwkeurige “momentopname” van de ernst van astma en de mate van luchtwegobstructie. De FEV1, afgeleid van spirometrie, is de meest reproduceerbare longfunctieparameter en is lineair gerelateerd aan de ernst van de luchtwegobstructie. Er zijn geen contra-indicaties voor de test, spirometers zijn op grote schaal beschikbaar tegen redelijke kosten, en de methoden en de interpretatie van de resultaten zijn uitvoerig gestandaardiseerd. (2) De FEV1 na bronchusverwijding meet de beste longfunctie die kan worden bereikt met bronchusverwijdende therapie op de dag van het bezoek en is daarom een stabielere maatstaf bij astmapatiënten dan het vergelijken van de FEV1 van bezoek tot bezoek aan de basislijn. Hoewel een positieve acute respons op bronchusverwijders de diagnose astma helpt bevestigen, is de mate van bronchusverwijdende reversibiliteit van bezoek tot bezoek (verandering in reversibiliteit) geen bruikbare index voor het resultaat van astma. (3) Het reactievermogen van de luchtwegen (bronchiale challenge) meet de mate waarin een individu bestand is tegen niet-specifieke stimuli die astma-aanvallen uitlokken. De methacholine-uitdagingstest is veilig en duurt minder dan een uur, maar vereist meer technische vaardigheid dan spirometrie op basisniveau en is in sommige situaties gecontra-indiceerd. (4) Ambulante monitoring, met behulp van piekstroommeters of handheld spirometers, biedt meervoudige metingen van de mate van obstructie gedurende dagen tot weken in de natuurlijke omgeving van de patiënt. PEF-meters zijn zeer goedkoop en bijna alle astmapatiënten kunnen ze gebruiken, maar de PEF-resultaten zijn minder betrouwbaar dan de FEV1. De vaak asymptomatische obstructie van een astmapatiënt kent zowel korte-termijn (binnen een dag en van dag tot dag) als langere-termijn variaties die worden uitgelokt door natuurlijk optredende prikkels. Deze veranderingen worden gemeten door de PEF-labiliteit maar niet door spirometrie tijdens de kliniekbezoeken. (5) Andere longfunctietests, zoals absolute longvolumes en luchtwegweerstand, kunnen bevestigende gegevens opleveren, maar de instrumenten zijn groot, duur en technisch veeleisend. De resultaten van alle bovengenoemde longfunctietests zijn significant gecorreleerd met elkaar en met symptoomscores en medicatiegebruik bij grote groepen patiënten met een sterk uiteenlopende ernst van de astma. Aangezien er momenteel geen “gouden standaard” bestaat om de ernst van astma te meten, dragen al deze tests bij tot een extra hoeveelheid unieke informatie bij het meten van het resultaat van astma in een klinische studie.
Physiologic measures: pulmonary function tests. Astma outcome
Previous articleWaarom Pizza Hut achterop raakte in de pizza-oorlogenNext article Kersenbomen snoeien