-
Grotere tekstgrootteGrote tekstgrootteReguliere tekstgrootte
Wat is patellofemoraal pijnsyndroom?
Patellofemoraal pijnsyndroom (PFP-syndroom) is pijn in en rond de knieschijf (patella). Het PFP-syndroom wordt ook wel “lopersknie” genoemd.”
Rust en oefeningen die de heupen en benen strekken en versterken, kunnen helpen het PFP-syndroom beter te maken.
Wat veroorzaakt het PFP-syndroom?
Patellofemoraal (spreek uit: peh-tel-oh-FEM-er-ul) pijnsyndroom is een overbelastingsaandoening. Dit gebeurt wanneer iemand steeds weer dezelfde bewegingen maakt die de knie belasten.
Bij het PFP-syndroom wordt de knieschijf belast door het herhaaldelijk buigen en strekken van de knie. Het komt het meest voor bij atleten.
Sommige mensen met het PFP-syndroom hebben een knieschijf die niet op één lijn ligt met het dijbeen (femur). De knieschijf kan uit het lood raken, of wiebelen als hij langs het dijbeen beweegt, door spierzwakte, trauma, of een ander probleem. Als dit gebeurt, glijdt de knieschijf niet soepel over het dijbeen wanneer de knie buigt en strekt. De knieschijf raakt geblesseerd en dit veroorzaakt de pijn van het PFP-syndroom.
Wie krijgt het PFP-syndroom?
Patellofemoraal pijnsyndroom komt meestal voor bij mensen die sporten beoefenen waarbij ze hun knie veel buigen en strekken, zoals hardlopen, fietsen en skiën. Het kan ook voorkomen bij mensen, vooral jonge vrouwen, die niet veel aan sport doen.
PFP-syndroom komt vaker voor bij vrouwen en komt het meest voor bij tieners en jongvolwassenen.
Te strakke of zwakke beenspieren of platvoeten kunnen ervoor zorgen dat iemand meer kans heeft op het PFP-syndroom.
Wat zijn de tekenen & Symptomen van het PFP-syndroom?
Patellofemoraal pijnsyndroom veroorzaakt pijn onder en rond de knie. De pijn wordt vaak erger bij lopen, knielen, hurken, traplopen of rennen. Het kan ook pijn doen na lang zitten met een gebogen knie, zoals tijdens een lange autorit of in een bioscoop.
Sommige mensen met het PFP-syndroom voelen een “plof” of kraken na het opstaan uit zitten of bij het op- of afdalen van de trap.
Hoe wordt het PFP-syndroom vastgesteld?
Om het patellofemoraal pijnsyndroom vast te stellen, stellen zorgverleners:
- vragen naar lichamelijke activiteiten
- onderzoeken
Nagenoeg altijd is er geen onderzoek nodig. Soms bestelt de zorgverlener een röntgenfoto of ander beeldvormend onderzoek om te controleren op andere knieproblemen.
Hoe wordt het PFP-syndroom behandeld?
Sommige mensen met het patellofemoraal pijnsyndroom moeten activiteiten die pijn veroorzaken, beperken of volledig vermijden. Soms is alleen een verandering in training nodig. Iemand die gewoonlijk heuveltjes op rent om te trainen, kan bijvoorbeeld in plaats daarvan op een vlakke, zachte ondergrond gaan hardlopen.
Een persoon met hevige pijn of pijn die de activiteit belemmert (bijvoorbeeld als hij mank loopt) moet de knie laten rusten tot de pijn beter is.
Bij pijn:
- Leg elke 1-2 uur gedurende 15 minuten ijs of een cold pack op de knie. Leg een dunne handdoek tussen het ijs en uw huid om deze tegen de kou te beschermen.
- U kunt ibuprofen (Advil, Motrin, of een winkelmerk) of naproxen (Aleve, Naprosyn, of een winkelmerk) nemen. Volg de aanwijzingen op die bij het geneesmiddel worden geleverd voor de hoeveelheid die u moet innemen en hoe vaak. Neem dit medicijn niet langer dan ongeveer 2-3 weken.
Een belangrijk onderdeel van de behandeling van het PFP-syndroom is het verbeteren van de kracht en flexibiliteit van de benen, heupen en kernspieren. Zorgverleners raden meestal aan om naar een fysiotherapeut te gaan om een oefenplan op te stellen dat zal helpen. Het plan kan stretching, squats, planken, lunges en andere oefeningen omvatten die de kracht en flexibiliteit van de benen en heupen verbeteren.
De zorgverlener kan ook het volgende aanraden:
- een kniebrace
- taping van de knie
- speciale schoeninlegzolen
Het komt niet vaak voor, maar soms is een operatie nodig voor het PFP-syndroom.
Kan iemand met het PFP-syndroom sporten?
De meeste mensen met het PFP-syndroom moeten een tijdje minderen of stoppen met sporten. Volg de instructies van de zorgverlener over wanneer het veilig is om weer te gaan sporten. Dit is meestal wanneer:
- Heup-, been- en spierkracht bijna normaal is.
- Flexibiliteit, vooral in de hamstringspier, is verbeterd.
- Er is geen pijn bij alledaagse activiteiten, zoals lopen en de trap op/af gaan.
- Een eventuele pijn bij activiteit is zeer mild en gaat binnen een paar minuten na het starten van de activiteit weg.
Verwachting
Het kan maanden tot jaren duren voordat de symptomen van het PFP-syndroom beter worden. Het volgen van een oefenplan van de zorgverlener of fysiotherapeut kan de knie helpen genezen.
Om de belasting op hun knie na genezing te verminderen, moeten sporters:
- Warm worden en rekken voor het hardlopen of andere sporten.
- Een gezond gewicht behouden.
- Draag ondersteunende loopschoenen en vervang ze vaak.
- Lopen op een zachte, vlakke ondergrond (zoals gras, vuil, of een synthetische baan met een zachter oppervlak).
- Verhoog de intensiteit van trainingen langzaam.
- Gebruik schoeninlegzolen of een kniebrace, als de zorgverlener dit aanbeveelt.