Osteochondrale laesies van de talaarkoepel zijn relatief vaak voorkomende oorzaken van pijn en invaliditeit in de enkel. Trauma is de meest voorkomende oorzaak, maar ischemische necrose, en-docriene stoornissen, en genetische factoren kunnen etiologisch van betekenis zijn. Mediale letsels zijn meestal posterieur gelokaliseerd op de koepel van de talus, terwijl laterale letsels meestal anterieur gelokaliseerd zijn. Hoewel het stageringssysteem beschreven door Berndt en Harty populair blijft, is het mogelijk dat het de integriteit van het gewrichtskraakbeen niet accuraat weergeeft. Kleine laesies van de taluskoepel kunnen aanwezig zijn ondanks een normaal uitzicht op de gewone radiografie. Botscintigrafie kan een verhoogde radionuclide-opname in de taluskoepel aantonen. Magnetische resonantiebeeldvorming is ook gevoelig voor het vaststellen van intraossale afwijkingen in de talus en heeft als bijkomend voordeel dat andere soorten weke delen die niet zichtbaar zijn bij routine radiografisch onderzoek, kunnen worden aangetoond. Computertomografie blijft de beeldvormingstechniek bij uitstek wanneer de afbakening van een botfragment gewenst is. Niet-operatieve behandeling van osteochondrale laesies, met inbegrip van beperkt dragen van het gewicht en/of immobilisatie, wordt aanbevolen tenzij er duidelijk een los fragment aanwezig is. Chirurgische opties omvatten boren (gewoonlijk gereserveerd voor intacte laesies), debridement van de laesie met curettage of abrasie van het botbed, interne fixatie van het fragment, en bottransplantatie. Recente technische ontwikkelingen maken het mogelijk deze procedures arthroscopisch uit te voeren, met mogelijke vermindering van operatietrauma, verblijfsduur in het ziekenhuis, en complicatiecijfers.
Osteochondrale laesies van de talaarkoepel