Oncogen
(Wetenschap: moleculaire biologie, oncologie) Gemuteerde en/of overgeëxpresseerde versie van een normaal gen van dierlijke cellen (het proto-oncogen) dat op dominante wijze de cel kan bevrijden van de normale beperkingen op groei en zo, alleen of in samenspel met andere veranderingen, een cel kan veranderen in een tumorcel.
Een gen dat normale cellen doet veranderen in kankertumorcellen.
Een viraal gen dat kanker veroorzaakt.
Een oncogen is een gemodificeerd gen, of een reeks nucleotiden die codeert voor een eiwit, dat de kwaadaardigheid van een tumorcel verhoogt. Sommige oncogenen, meestal betrokken bij de vroege stadia van de ontwikkeling van kanker, verhogen de kans dat een normale cel zich ontwikkelt tot een tumorcel, met kanker als mogelijk gevolg. Nieuw onderzoek wijst uit dat kleine rna’s van 21-25 nucleotiden, miRNA’s genaamd, de expressie van deze genen kunnen controleren door ze te downreguleren.
Het eerste oncogen werd ontdekt in 1970 en werd src (uitgesproken als SARK) genoemd. Src werd in feite voor het eerst ontdekt als een oncogen in een kippen retrovirus. Experimenten uitgevoerd door dr. Steve martin van de universiteit van Californië, Berkeley toonden aan dat src inderdaad het oncogen van het virus was. In 1976 toonden Dr. J. Michael bishop en Harold E. Varmus van de universiteit van Californië, San Francisco aan dat oncogenen defecte proto-oncogenen zijn, die in vele organismen, waaronder de mens, worden aangetroffen. Voor deze ontdekking kregen bishop en Varmus in 1989 de Nobelprijs.
Oncogen