Na het verwijderen van secundaire kanker in de longen
U heeft verschillende slangetjes als u bijkomt na de operatie. U kunt hebben:
- een infuus (intraveneus infuus) om u vloeistoffen te geven
- slangetjes (drains genoemd) om te voorkomen dat zich vocht rond de operatieplaats verzamelt
- een katheter om uw blaas te legen
U kunt ook hebben:
- een bloeddrukmanchet om uw arm
- een klem om uw vinger om uw polsslag te meten
- een pompje met pijnstillers dat in uw infuus gaat
- een handbediend pompje om uzelf extra pijnstillers te geven
Uw verpleegkundige haalt uw infuus eruit als u weer kunt eten en drinken. Uw buisjes (drains) worden in de loop van de volgende dagen verwijderd. Uw katheter gaat eruit als u weer normaal kunt plassen.
Borstdrain
U heeft een paar dagen een slangetje in uw borst. Het slangetje is verbonden met een zuigfles. Het is bedoeld om uw longen weer te laten uitzetten (opblazen). Door een operatie aan de borstkas klapt de long altijd in, maar hij kan in de loop van een paar dagen weer uitzetten (opblazen).
Pijnstillers
U krijgt na de operatie een paar dagen pijnstillers. Bij de operatie kunnen een paar ribben worden doorgesneden en dit kan pijnlijk zijn terwijl het geneest.