De menselijke natuur, fundamentele eigenschappen en kenmerken van de mens. Theorieën over de aard van de mens maken deel uit van elke cultuur. In het Westen draaide een traditionele vraag om de vraag of mensen van nature egoïstisch en competitief zijn (zie Thomas Hobbes; John Locke) of sociaal en altruïstisch (zie Karl Marx; Émile Durkheim). Een breder probleem is het bepalen welke ogenschijnlijk fundamentele menselijke eigenschappen en kenmerken natuurlijk zijn en welke het resultaat zijn van een of andere vorm van leren of socialisatie. Recent onderzoek in de genetica, de evolutiebiologie en de culturele antropologie suggereert dat er een complexe wisselwerking bestaat tussen genetisch overgeërfde factoren en ontwikkelings- en sociale factoren. De basisdriften van andere primaten houden verband met voedsel, seks, veiligheid, spel en sociale status. Het taalgebruik bij de mens wordt nu algemeen erkend als genetisch bepaald, hoewel voor de verwerving van een specifieke taal ook passende omgevingsstimuli nodig zijn. Sommige gemeenschappelijke gedragsverschillen tussen de geslachten (b.v. wat agressie betreft) blijken eveneens een genetische basis te hebben, evenals seksuele geaardheid. Zie ook gedragsgenetica; Homo sapiens; persoonlijkheid; wijsgerige antropologie; sociobiologie.
Menselijke natuur
Lees meer over dit onderwerp
ethiek: Aristoteles
…kwam ook een visie op de menselijke natuur en een daarvan afgeleide ethische theorie. Alle levende wezens, zo stelde Aristoteles, hebben inherente potenties,…