Ongeveer 287 000 vrouwen stierven in 2010 aan complicaties tijdens de zwangerschap of bij de bevalling. De meeste van deze sterfgevallen kunnen worden vermeden, aangezien de nodige medische ingrepen bestaan en goed bekend zijn. Het belangrijkste obstakel is het gebrek aan toegang van zwangere vrouwen tot gekwalificeerde zorg van goede kwaliteit voor, tijdens en na de bevalling.
Millenniumdoelstelling 5 (MDG 5), de verbetering van de gezondheid van moeders, stelt zich ten doel de moedersterfte met 75% terug te dringen en tegen 2015 universele toegang tot reproductieve gezondheid te verwezenlijken. Maar tot nu toe is de vooruitgang bij het terugdringen van de moedersterfte in ontwikkelingslanden en het aanbieden van gezinsplanningsdiensten te traag geweest om de doelstellingen te halen.
Oorzaken van moedersterfte
De belangrijkste directe oorzaken van ziekte en sterfte onder moeders zijn onder meer bloedingen, infecties, hoge bloeddruk, onveilige abortus en belemmerde bevalling. Deze complicaties kunnen zich onverwacht voordoen. Investeren in gezondheidsstelsels – met name in de opleiding van vroedvrouwen en in het 24 uur per dag beschikbaar stellen van noodverloskundige zorg – is essentieel om de moedersterfte terug te dringen.
Het aanpakken van de belemmeringen voor het gebruik van zorg en het creëren van een omgeving binnen huishoudens en de gemeenschap die vrouwen ondersteunt bij het zoeken naar de benodigde zorg is ook van groot belang.
De perinatale periode
De perinatale periode begint bij 22 voltooide weken (154 dagen) van de zwangerschap en eindigt zeven voltooide dagen na de geboorte. Perinatale en maternale gezondheid zijn nauw met elkaar verbonden.
Perinatale sterfte verwijst naar het aantal doodgeborenen en sterfgevallen in de eerste levensweek (vroege neonatale sterfte).
In 2009 waren er wereldwijd 2,6 miljoen doodgeborenen met meer dan 8200 sterfgevallen per dag. Ten minste de helft van alle doodgeboorten vond plaats in de intrapartumperiode. Van de 133 miljoen baby’s die elk jaar levend geboren worden, sterven er 2,8 miljoen in de eerste week van hun leven. De patronen van deze sterfgevallen zijn vergelijkbaar met de patronen voor moedersterfte; de meerderheid komt voor in ontwikkelingslanden. Geschoolde zorg van goede kwaliteit tijdens de zwangerschap en de bevalling is essentieel voor de gezondheid van de baby en de moeder.
De WHO ondersteunt landen bij het leveren van geïntegreerde, wetenschappelijk onderbouwde en kosteneffectieve zorg voor moeders en baby’s, die begint vóór de conceptie en doorloopt tijdens de zwangerschap, de bevalling en de periode na de bevalling.