Lord of the Flies Cites
Aanbeveling 1: “’t Kan me niet schelen hoe ze me noemen, zolang… hoe ze me op school noemden…Ze noemden me Piggy!'” Hoofdstuk 1, pg. 11
Quote 2: ” iets donkers…rommelen langs….Het schepsel was een groep jongens, ongeveer marcherend in…twee parallelle lijnen….” Hoofdstuk 1, pg. 18
Aanhaling 3: “Lang, dun en benig…zijn haar was rood onder de zwarte kap. Zijn gezicht was…sproeterig, en lelijk zonder gekheid.” Hoofdstuk 1, pg. 19
Aanwijzing 4: “‘Je bent niet goed voor een baan als deze.'” Hoofdstuk 1, pg. 22
Quote 5: “Ralph zat op een omgevallen boomstam, zijn linkerzijde naar de zon gekeerd. Rechts van hem zat het grootste deel van het koor; links van hem de grotere jongens die elkaar nog niet kenden…voor hem hurkten kleine kinderen in het gras.” Hoofdstuk 2, pg. 30
Quote 6: “‘Heb je lucifers?'” Hoofdstuk 2, pg. 38
Quote 7: “‘We moeten regels hebben en ons daaraan houden. We zijn tenslotte geen wilden. We zijn Engelsen, en de Engelsen zijn overal het beste in. Hoofdstuk 2, pg. 40
Voorstel 8: “‘Je hebt je kleine vuurtje wel.'” Hoofdstuk 2, pg. 41
Aanwijzing 9: ” probeerde de dwang om op te sporen en te doden over te brengen die hem opslokte.” Hoofdstuk 3, pg. 47
Aanhaling 10: “Toen, te midden van het gebrul van bijen in het middagzonlicht, zocht Simon naar de vruchten waar ze niet bij konden… gaf ze terug aan de eindeloze, uitgestrekte handen.” Hoofdstuk 3, pg. 51
Quote 11: “De kaarsknoppen openden hun wijde witte bloemen….Hun geur verspreidde zich in de lucht en nam bezit van het eiland.” Hoofdstuk 3, pg. 52
Aanhaling 12: “Hier was een ruimte rond Henry, misschien zes meter in doorsnee, waarin hij niet durfde te gooien. Hier, onzichtbaar en toch sterk, lag het taboe van het oude leven.” Hoofdstuk 4, pg. 56
Voorstel 13: “Hij begon te dansen en zijn gelach werd een bloeddorstig grommen.” Hoofdstuk 4, pg. 58
Aanwijzing 14: ” vol herinneringen… aan de wetenschap… dat ze een levend ding te slim af waren geweest, hun wil aan het hadden opgelegd, het leven ervan hadden ontnomen als een lange bevredigende drank.” Hoofdstuk 4, p. 63-4
Quote 15: “‘Ik heb mijn gezicht geverfd – ik heb me verstopt. Nu eten jullie – jullie allemaal – en ik -“” Hoofdstuk 4, pg. 67
Quote 16: “Piggy, voor al zijn potsierlijke lichaam, had hersens. Ralph was nu een specialist in gedachten, en kon gedachten herkennen in een ander.” Hoofdstuk 5, pg. 71
Quote 17: “‘Het leven…is wetenschappelijk….Ik weet dat er geen beest is…maar ik weet ook dat er geen angst is….Tenzij we bang worden van mensen.”” Hoofdstuk 5, pg. 76
Quote 18: “‘oor kan je niet meer kwaad doen dan een droom. Er zijn geen beesten om bang voor te zijn op dit eiland. Jullie verdiende loon als iets jullie te pakken kreeg, stelletje waardeloze huilebalken. Hoofdstuk 5, pg. 75
Quote 19: “‘Papa zei dat ze nog niet alle dieren in de zee hebben gevonden.'” Hoofdstuk 5, pg. 79
Voorstel 20: “‘Misschien is er een beest….misschien zijn wij het alleen.'” Hoofdstuk 5, pg. 80
Voorstel 21: “De wereld, die begrijpelijke en wettige wereld, was aan het wegglijden.” Hoofdstuk 5, pg. 82
Quote 22: “Zelfs de geluiden van de nachtmerrie uit de andere schuilplaatsen bereikten hem niet meer, want hij was weer terug bij waar hij vandaan kwam, de pony’s voeren met suiker over de tuinmuur.” Hoofdstuk 6, pg. 89
Quote 23: ” het beeld van een mens tegelijk heldhaftig en ziek….Overige mensen konden opstaan en spreken tot een vergadering…zonder…de druk van persoonlijkheid; konden zeggen wat ze wilden alsof ze tot slechts één persoon spraken.” Hoofdstuk 6, pg. 93
Quote 24: “‘Schuif daar een palmstam onder en als er een vijand komt….'” Hoofdstuk 6, pg. 96
Quote 25: “‘Ik ben opperhoofd. We moeten zeker zijn …. Er is geen signaal te zien. Er kan daar een schip zijn. Hoofdstuk 6, pg 98
Aanhaling 26: “‘Je gaat terug naar waar je vandaan kwam.'” Hoofdstuk 7, pg. 100
Quote 27: “‘Dood het varken! Snij zijn keel door! Dood het varken! Sla hem in elkaar!” Hoofdstuk 7, pg. 104
Aanhaling 28: “‘Gebruik een kleintje…'” Hoofdstuk 7, pg. 104
Voorstel 29: “Ralph vocht om dichtbij te komen. Het verlangen om te knijpen en pijn te doen was overmeestering. Hoofdstuk 7, pg. 104
Quote 30: “‘We mogen Piggy toch niets laten overkomen, hè?'” Hoofdstuk 7, pg. 106
Quote 31: “Ralph…zou de beslissingen van de dag behandelen alsof hij schaak speelde. Het enige probleem was dat hij nooit een erg goede schaker zou worden.” Hoofdstuk 7, pg. 106
Voorstel 32: “Zoals Piggy. Hij zegt dingen zoals Piggy. Hij is geen echte chef.”” Hoofdstuk 8, pg. 115
Quote 33: “Piggy was zo trots op zijn bijdrage aan het welzijn van de samenleving, dat hij hielp hout te halen. Hoofdstuk 8, pg. 118
Quote 34: “‘Recht in haar reet!'” Hoofdstuk 8, pg.123
Quote 35: “‘Dit hoofd is voor het beest. Het is een geschenk.”” Hoofdstuk 8, pg. 124
Aanhaling 36: “De ogen waren half dichtgeknepen, alsof hij het obscene ding op de stok imiteerde.” Hoofdstuk 8, pg. 130
Aanrader 37: “‘Je wist het, nietwaar? Dat ik een deel van jou ben? Dichtbij, dichtbij, dichtbij! Ik ben de reden waarom het niet gaat? Waarom de dingen zijn zoals ze zijn?” Hoofdstuk 8, pg. 130
Quote 38: “‘Je bent niet gewenst….op dit eiland!…Dus probeer het niet…of anders….willen wij jou. Zie je? Jack en Roger en Maurice en Robert en Bill en Piggy en Ralph. Hoofdstuk 8, pg. 131
Quote 39: “Dood het beest. Snij zijn keel door. Vergiet zijn bloed!” Hoofdstuk 9, pg. 138
Aanhaling 40: “vonden zichzelf gretig om een plaats in te nemen in deze demente maar deels veilige samenleving. Ze waren blij de bruine ruggen te kunnen aanraken van het hek dat de terreur omzoomde en bestuurbaar maakte.” Hoofdstuk 9, pg. 138
Quote 41: “Er waren geen woorden, en geen bewegingen dan het scheuren van tanden en klauwen.” Hoofdstuk 9, pg. 139
Aanhaling 42: “Het water steeg verder en kleedde Simons grove haar met helderheid. De lijn van zijn wang verzilverde en de draai van zijn schouder werd gebeeldhouwd marmer.” Hoofdstuk 9, pg. 140
Voorstel 43: “Omringd door een rand van nieuwsgierige heldere wezens, zelf een zilveren gedaante onder de standvastige sterrenbeelden, bewoog Simons dode lichaam zich in de richting van de open zee.” Hoofdstuk 9, pg. 140
Quote 44: “‘We waren aan de buitenkant. We hebben nooit iets gedaan, we hebben nooit iets gezien.”” Hoofdstuk 10, pg. 143
Quote 45: “‘We kunnen beter aan de goede kant van …. blijven, je weet niet wat hij kan doen.'” Hoofdstuk 10, pg. 146
Voorstel 46: “Wat is er veiliger dan het buscentrum met zijn lampen en wielen?” Hoofdstuk 10, pg. 150
Quote 47: “‘Het is gekomen…Het is echt!'” Hoofdstuk 10, pg. 151
Quote 48: “‘Dit is ‘jus talk….Ik wil mijn bril.'” Hoofdstuk 11, pg. 155
Quote 49: “We zien eruit zoals vroeger, gewassen en geborsteld. We zijn tenslotte geen wilden meer. Hoofdstuk 11, pg. 155
Quote 50: “Een enkele waterdruppel die aan Piggy’s vingers was ontsnapt, flitste nu als een ster op de tere ronding.” Hoofdstuk 11, pg. 156.
Quote 51: ” waren gemaskerd in zwart en groen.” Hoofdstuk 11, pg. 160
Quote 52: “Achter hen op het gras lag het koploze en ineengepakte lichaam van een zeug, waar ze het hadden laten vallen.” Hoofdstuk 11, pg. 160
Quote 53: “Ralph, vergeet niet waar we voor gekomen zijn. Het vuur. Mijn specs.” Hoofdstuk 11, pg. 161
Voorstel 54: “Samneric protesteerde uit het hart van de beschaving: ‘O, zeg ik!’ ‘-Eerlijk!'” Hoofdstuk 11, pg. 163
Voorstel 55: “‘Je bent een beest en een zwijn en een bloederige, bloederige dief!'” Hoofdstuk 11, pg. 163
Aanrader 56: “‘Wat is beter — een bende beschilderde indianen zijn zoals jullie, of verstandig zijn zoals Ralph is….What is beter — wetten hebben en het eens zijn, of jagen en doden?'” Hoofdstuk 11, pg. 164
Quote 57: “De steen raakte Piggy van kin tot knie; de schelp ontplofte in duizend witte scherven en hield op te bestaan.” Hoofdstuk 11, pg. 164
Quote 58: “Piggy’s armen en benen trilden een beetje, zoals die van een varken nadat het is gedood.” Hoofdstuk 11, pg. 165
Quote 59: “Roger ging vooruit… als iemand die een naamloze autoriteit hanteerde. Hoofdstuk 11, pg. 166
Quote 60: “‘Zo erg zijn ze niet. Het was een ongeluk.” Hoofdstuk 12, pg. 168
Aanrader 61: “Dan was er die onbestemde band tussen hem en Jack; die hem daarom nooit alleen zou laten….” Hoofdstuk 12, pg. 168
Quote 62: “Een ster verscheen… en werd even verduisterd door een beweging.” Hoofdstuk 12, pg. 170
Quote 63: “Voorzichtig te zijn en…speren te gooien als naar een varken.” Hoofdstuk 12, pg. 172
Quote 64: ” half zo groot als een huisje, groot als een auto, een tank.” Hoofdstuk 12, pg. 176
Quote 65: ” liet zijn tanden zien aan de muur van takken….snarren een beetje, en wachtte.” Hoofdstuk 12, pg. 177
Quote 66: “Ralph lanceerde zich als een kat; stak, grommend, met de speer, en de wilde verdubbelde zich.” Hoofdstuk 12, p. 177-8
Voorstel 67: “Wat was het verstandigste om te doen? Er was geen Piggy om verstandig te praten.” Hoofdstuk 12, pg. 179
Voorstel 68: “Kan een vuur een galopperend paard niet ontlopen?” Hoofdstuk 12, pg. 180
Aanrader 69: “Je komt wel terug.” Hoofdstuk 12, pg. 181
Quote 70: “Hij zag een schuilplaats in vlammen uitbarsten en het vuur flitste naar zijn rechterschouder….” Hoofdstuk 12, pg. 182
Aanhaling 71: “Haar voorsteven werd opgetrokken en vastgehouden door twee matrozen. In het achterschip hield een andere matroos een machinegeweer vast.” Hoofdstuk 12, pg. 182
Quote 72: “Een halve cirkel van kleine jongens, hun lichamen bezaaid met gekleurde klei, scherpe stokken in hun handen. ….” Hoofdstuk 12, pg. 182-3
Voorbeel 73: “‘Ik had gedacht dat een troep Britse jongens…een betere show had kunnen opvoeren dan dat….'” Hoofdstuk 12, pg. 184
Voorstel 74: “Ralph weende om het einde van de onschuld, de duisternis van ’s mensen hart, en de val door de lucht van de ware, wijze vriend die Piggy heette.” Hoofdstuk 12, pg. 184