De Jafari Shia Islam regels zijn ongeveer gelijkwaardig aan de kashrut regels. De twee zijn over het algemeen het minst inclusief, en worden gebruikt als basis voor dit artikel:
- Beide tradities vereisen echte visschubben. De Jafari Shia Islam sluit het exoskelet uit, en het Jodendom eist zichtbare schubben.
- Het jodendom vereist bovendien vinnen, een overbodige regel die dient om het toepassingsgebied te beperken tot echte vissen, en dieren uit te sluiten met exoskeletten die kunnen worden geïnterpreteerd als schubben, zoals garnalen. Alle echte vissen met schubben hebben vinnen, maar het omgekeerde is niet waar.
Alle vissen in dit artikel hebben echte (zichtbare) visschubben, een endoskelet, vinnen, en kieuwen (in tegenstelling tot longen). Het vereiste van kieuwen is geen onderdeel van een religieuze regel, maar biologisch gezien is het een kenmerk van echte vissen. Elk dier dat geen van deze drie kenmerken heeft, is geen vis, en valt dus niet onder dit artikel.:343
De regels worden versoepeld in sommige islamitische stromingen, zowel sjiieten als soennieten. Sommige hebben lossere definities die het exoskelet van schaaldieren als “schubben” omvatten, andere omvatten weer het zachtere exoskelet van garnalen als “schubben” maar sluiten het hardere exoskelet van kreeften uit. Zij verschillen ook in de definitie van vis, waarbij sommigen een ruime definitie hanteren om al het leven in het water (“zeewild”) te omvatten.
KosherEdit
Volgens de chok of goddelijke decreten van de Tora en de Talmoed moet een vis schubben en vinnen hebben om kosjer te worden verklaard. De definitie van “schubben” verschilt van de definities in de biologie, in die zin dat de schubben van een kosjere vis met het oog zichtbaar moeten zijn, in volwassen vorm aanwezig moeten zijn, en gemakkelijk van de huid kunnen worden verwijderd, hetzij met de hand, hetzij met een schubmes. Zo zijn graskarper, spiegelkarper en zalm koosjer, terwijl een haai, waarvan de schubben microscopisch klein zijn, een steur, waarvan de schubben niet gemakkelijk kunnen worden verwijderd zonder ze uit het lichaam te snijden, en een zwaardvis, die als volwassen vis al zijn schubben verliest, allemaal niet koosjer zijn.
Wanneer een (koosjere) vis uit het water wordt gehaald, wordt hij beschouwd als “geslacht”, en is het niet nodig hem ritueel te doden op de wijze van koosjer vee. De kosjere wet verbiedt echter expliciet het consumeren van een vis terwijl hij nog leeft. Hoewel er een mening is van Rabbi Yosef Karo van Safed (in zijn 16e eeuwse juridische commentaar, Beit Yosef) dat melk en vis niet samen gekookt of gegeten mogen worden, verwijst Karo naar de Shulhan Aruch (OC 173:2) die eigenlijk handelt over vlees, en niet over vis. De meeste rabbijnse autoriteiten vanaf die tijd (inclusief bijna alle Asjkenazische) hebben geoordeeld dat dit een schrijffout was, en er is noch een Talmoedische basis, noch enig ander rabbijns precedent voor het verbieden van melk en vis, en dus het toestaan van dergelijke mengsels. Inderdaad wordt in twee passages in de Babylonische Talmoed impliciet gezegd dat het volledig is toegestaan. Niettemin, aangezien Karo schreef dat melk en vis niet gemengd mogen worden, zijn er mensen die ze niet mengen. De Chabad-gewoonte is om vis niet samen met echte melk te eten, maar om het toe te staan als er andere zuivelproducten bij betrokken zijn, zodat het toevoegen van een vleugje boter of room aan de melk voldoende is om het mengen met vis toe te staan.
HalalEdit
SoennitischeEdit
In de Soennitische Islam zijn er twee algemene scholen van denken. De meeste soennitische moslimscholen (Shafi’i, Hanbali en Maliki) stellen als algemene regel dat al het “zeewild” (dieren uit de zee) mag worden gegeten, op een paar kleine uitzonderingen na. Zo wordt bijvoorbeeld het lokale gerecht Laksa (dat vlees zoals garnalen en inktvis bevat met een soep op basis van garnalenpasta), toegestaan geacht in de Shafi’i soennitische moslim meerderheidslanden Indonesië en Maleisië, waar het veel wordt geconsumeerd.
HanafiEdit
In de Hanafi-school van de soennitische moslimjurisprudentie, waartoe de meerderheid van de soennitische moslims behoort, is alleen “vis” (in tegenstelling tot al het “zeewild”) toegestaan, met inbegrip van paling en slijmprikken.
Alle andere zee- (of water-) schepselen die geen vissen zijn, zijn dus ook haram (verboden), of zij nu zuurstof uit het water ademen via kieuwen (zoals garnalen, kreeften en krabben die schaaldieren zijn), weekdieren zoals kokkels, octopus, mosselen en inktvis, vooral wanneer zij via de longen zuurstof uit de lucht inademen (zoals zeeschildpadden en zeeslangen, die reptielen zijn, dolfijnen en walvissen, die zoogdieren zijn, of semi-aquatische dieren zoals pinguïns, die vogels zijn, zoutwaterkrokodillen, die reptielen zijn, zeehonden, die zoogdieren zijn, en kikkers, die amfibieën zijn).
Voor Hanafi soennitische moslims zou laksa soep daarom haram (verboden) zijn.
ShiaEdit
Shia islam staat alleen consumptie toe van vis die schubben heeft, aangezien elk ander waterwild, met uitzondering van garnalen/krab, haram (verboden) is.