De benamingen voor archeologische tijdvakken in de lijst van archeologische tijdvakken verschillen enorm per regio. Dit is een lijst van de belangrijkste indelingen per continent en regio. Ook de datering varieert aanzienlijk en de gegeven dateringen zijn globale benaderingen voor grote gebieden.
Het drie-tijdperken-systeem is in veel gebieden gebruikt, verwijzend naar de prehistorische en historische perioden die geïdentificeerd kunnen worden aan de hand van de vervaardiging en het gebruik van werktuigen, van de steentijd, de bronstijd en de ijzertijd. Aangezien deze tijdperken worden onderscheiden door de ontwikkeling van de technologie, is het logisch dat de data waarnaar zij verwijzen in verschillende delen van de wereld verschillen. In veel regio’s wordt de term steentijd niet meer gebruikt, omdat deze is vervangen door meer specifieke geologische perioden. Voor sommige regio’s is er behoefte aan een tussenliggende Chalcolithische periode tussen de steentijd en de bronstijd. Voor culturen waar inheemse metalen werktuigen minder wijdverbreid waren, verwijzen andere indelingen, zoals het lithische stadium, het archaïsche stadium en het vormende stadium naar de ontwikkeling van andere soorten technologie en sociale organisatie.
Historische perioden duiden op perioden van menselijke ontwikkeling met het voordeel van de ontwikkeling van het schrift. Schriftelijke verslagen geven meestal meer sociaal-politiek inzicht in de dominante naties, en maken daarom een indeling mogelijk naar de heersende rijken en culturen, zoals Hellenistisch, Romeins, Viking. Onvermijdelijk hebben deze definities van perioden alleen betrekking op de regio van dat rijk of die cultuur.
De industriële tijd of het moderne tijdperk wordt over het algemeen opgevat als na 1800. Vanaf deze tijd leidde de industriële revolutie, die in West-Europa begon, tot wereldhandel en een sterk toegenomen culturele uitwisseling.