L-Cysteïne is een van de twee proteinogene aminozuren die een zwavelatoom bevatten (de andere is methionine). Het wordt beschouwd als een niet-essentieel aminozuur omdat het in het menselijk lichaam wordt geproduceerd. Individuen die een tekort aan cysteïne hebben, moeten echter worden behandeld met supplementen.
Wanneer cysteïne wordt geoxideerd, worden de twee thiol waterstofatomen geëlimineerd, en de zwavelatomen sluiten zich aan om het dimeer L-cystine te vormen. In biologische systemen wisselen de monomeer en de dimeer gemakkelijk uit; beide zuren zijn dus voedingskundig vergelijkbaar.
In september 2018 meldden David Corey van Harvard Medical School en Jeffrey Hold van Boston Children’s Hospital dat cysteïne een rol zou kunnen spelen bij het verbeteren van het gehoor bij mensen. Ze ontdekten dat het TMC1-eiwit in de haarcellen van het binnenoor poriën vormt die betrokken zijn bij het omzetten van geluid naar elektrische signalen naar de hersenen. Bij sommige mensen kan een mutatie in TMC1 leiden tot doofheid.
De onderzoekers vervingen residuen in TMC1 door cysteïne en modificeerden vervolgens de cysteïnegroepen met volumineuze geladen groepen. Deze kunstmatige mutatie zorgde ervoor dat het eiwit de productie van elektrische stroom stopzette, waarmee werd aangetoond dat gemuteerd TMC1 het gehoor remt.
Deze bevindingen suggereren dat geneesmiddelen die zich richten op TMC1-mutaties of gentherapieën die het gemuteerde eiwit vervangen, zouden kunnen helpen het gehoor van getroffen personen te herstellen.