Koningin van Sheba, Arabisch Bilqīs, Ethiopisch Makeda, (bloeide 10e eeuw v. Chr.), volgens Joodse en Islamitische tradities, heerseres van het koninkrijk Sabaʾ (of Sheba) in het zuidwesten van Arabië. In het bijbelse verhaal over de regering van Koning Salomo bezoekt zij zijn hof aan het hoofd van een kamelenkaravaan met goud, juwelen en specerijen. Het verhaal levert het bewijs voor het bestaan van belangrijke handelsbetrekkingen tussen het oude Israël en zuidelijk Arabië. Volgens de Bijbel was het doel van haar bezoek Salomo’s wijsheid te testen door hem te vragen een aantal raadsels op te lossen.
Waar is de koningin van Sheba bekend om?
De koningin van Sheba is vooral bekend om haar bezoek aan koning Salomo om te getuigen van zijn wijsheid. De overleveringen over het bezoek zelf lopen uiteen, maar het verschijnt eerst in de Bijbel en later in de Qurʾān en in een aantal meer uitgewerkte, buiten-schriftelijke geschriften zoals de Talmoed en Midrasj en Ethiopische literatuur.
Waar kwam de koningin van Sheba vandaan?
Zoals haar naam al aangeeft, zou de koningin van Scheba afkomstig zijn uit Scheba, of Sabaʾ, een oud koninkrijk in het zuidwesten van Arabië (in het huidige Jemen), dat enige tijd de handel rond de Straat Bab el-Mandeb beheerste, evenals delen van Abessinië (Ethiopië).
Wat waren de overtuigingen van de koningin van Sheba?
De precieze overtuigingen van de koningin van Sheba voordat zij Salomo bezocht, zijn niet helemaal bekend. De verschillende overleveringen beschrijven haar als aanbidster van de zon en andere hemellichamen. Er wordt echter gezegd dat zij na haar bezoek in de God van Salomo is gaan geloven.
Het verhaal van Bilqīs, zoals de Koningin van Sheba in de Islamitische traditie bekend staat, komt voor in de Qurʾān, hoewel zij niet bij naam wordt genoemd, en haar verhaal is door Moslimcommentatoren verfraaid. De Arabieren hebben Bilqīs ook een Zuid-Arabische genealogie gegeven, en zij is het onderwerp van een wijdverbreide cyclus van legenden. Volgens één verslag stuurde Salomo, nadat hij van een hop, een van zijn vogels, had gehoord dat Bilqīs en haar koninkrijk de zon aanbaden, een brief waarin hij haar vroeg God te aanbidden. Zij antwoordde met geschenken, maar toen Salomo daar niet ontvankelijk voor bleek, kwam zij zelf naar zijn hof. De djinn van de koning, die vreesden dat de koning verleid zou worden om met Bilqīs te trouwen, fluisterden hem in dat zij harige benen had en de hoeven van een ezel. Salomo, nieuwsgierig naar zulk een eigenaardig verschijnsel, liet een glazen vloer voor zijn troon bouwen, zodat Bilqīs, misleid door de gedachte dat het water was, haar rokken optilde om er overheen te gaan en onthulde dat haar benen werkelijk behaard waren. Salomo beval toen de djinn een ontharingsmiddel voor de koningin te maken. De overlevering is het er niet over eens of Salomo zelf met Bilqīs trouwde of haar ten huwelijk gaf aan een Hamdānī stamgenoot. Zij werd echter wel gelovig.
De koningin van Sheba verschijnt als een prominente figuur in de Kebra Nagast (“Glorie van de Koning”), het Ethiopische nationale epos en stichtingsverhaal. Volgens deze traditie bezocht de koningin van Sheba (Makeda genaamd) Salomo’s hof nadat zij over zijn wijsheid had gehoord. Zij bleef en leerde van hem gedurende zes maanden. Op de laatste avond van haar bezoek lokte hij haar in zijn bed, en zij werd zwanger. Zij keerde terug naar haar koninkrijk, waar zij Salomo een zoon baarde, Menilek. Menilek I werd door zijn vader tot koning benoemd en stichtte zo de koninklijke Solomonische dynastie van Ethiopië, die regeerde tot de afzetting van Haile Selassie I in 1974.
Het verhaal van de koningin van Sheba duikt ook op bij de Perzen (waarschijnlijk afgeleid van de Joodse traditie), waar zij wordt beschouwd als de dochter van een Chinese koning en een peri (feeëriek wezen uit de Perzische mythologie).