Doel
Het evalueren van de klinische betekenis van incidenteel gedetecteerde blaaswandverdikking (BWT) op computertomografie (CT).
Methodieken
Een retrospectieve analyse werd uitgevoerd op 34.793 cystoscopiegevallen tussen januari 2004 en december 2013. Onder hen werden patiënten geselecteerd die een cystoscopie ondergingen met als enige indicatie een incidenteel gedetecteerde BWT op CT. De patiënten werden ingedeeld in de diffuse of focale groep, afhankelijk van de uitgebreidheid van de BWT. Bij verdachte laesies op de cystoscopie werd een biopsie genomen om het histologisch subtype te bevestigen. De incidentie en voorspellende factoren van blaasmaligniteit werden onderzocht.
Resultaten
In totaal kregen 167 (0,5%) patiënten cystoscopie voor incidenteel gedetecteerde BWT op CT, waarvan 11 (6,6%) patiënten werden gediagnosticeerd met blaasmaligniteit. Wanneer een verdachte laesie werd geïdentificeerd op cystoscopie, bleken 11 van 25 (44%) patiënten een blaasmaligniteit te hebben. Van de 15 patiënten met diffuse BWT werd bij 5 (33,3%) een blaasmaligniteit gediagnosticeerd, bestaande uit carcinoma in situ bij 2 patiënten, hooggradig carcinoom bij 2 patiënten en spierinvasieve ziekte bij 1 patiënt. Van de 10 patiënten met focale BWT werd bij 6 (60,0%) blaasmaligniteit gediagnosticeerd, waarvan 3 patiënten hooggradige ziekte hadden. Bij multivariate logistische regressieanalyse waren focale BWT en atypische cellen in de urinecytologie (95% CI 2,631-63,446, P = 0,002) positief geassocieerd met blaasmaligniteit.
Conclusies
Incidenteel ontdekte BWT op CT kan suggestief zijn voor blaasmaligniteit. Daarom moet verder onderzoek, inclusief cystoscopie en urinecytologie, worden verricht om blaasmaligniteit te beoordelen.