Discussieer dit artikel
Sammy, 7 jaar, wordt door zijn kinderarts naar u verwezen omdat hij al 4 weken vaak met zijn ogen knippert. Zijn ouders zeggen dat hij veel knippert als hij zich verveelt, maar heel weinig als hij honkbal speelt. Zij herinneren zich dat hij de laatste 12 maanden ook af en toe heeft gesnoten en met zijn hoofd heeft geknikt. Noch Sammy noch zijn vrienden lijken last te hebben van het knipperen. Behalve de tics zijn Sammy’s fysieke en mentale statusonderzoeken normaal.
Sinds de kleuterschool klagen Sammy’s leraren dat zijn rugzak en bureau altijd een puinhoop zijn. Sammy is goedbedoelend maar vergeetachtig in zijn klusjes thuis. Een oom van vaderskant maakt hoofddraaiende bewegingen, telt zijn stappen en raakt van streek als boeken op zijn plank niet in alfabetische volgorde staan.
Tics, zoals sterk knipperen met de ogen of herhaald schouderophalen, kunnen een kind of zijn ouders van streek maken, maar de aandoeningen die met ticstoornissen gepaard gaan, zijn vaak problematischer dan de ticstoornis zelf. Bij personen met het syndroom van Gilles de la Tourette worden hoge percentages comorbide aandoeningen herkend, waaronder:
- obsessief-compulsieve stoornis (OCD) in >80%1
- attentie-deficit/hyperactiviteitsstoornis (ADHD) in ≤70%2
- angststoornissen in 30%3
- woede, agressie, leerstoornissen, en autisme minder vaak.
De strategie die wij aanbevelen voor het beheersen van ticstoornissen omvat het beoordelen van de ernst van de tic, het voorlichten van de familie over de ziekte, het bepalen of er een comorbide aandoening aanwezig is, en het op de juiste manier behandelen van deze aandoeningen. Bovenal leggen we de nadruk op een risico-batenanalyse, geleid door het Hippocratische principe van “doe geen kwaad.”
Karakteristieken van ticstoornissen
U diagnosticeert Sammy met het syndroom van Gilles de la Tourette omdat hij voldoet aan de DSM-IV-TR criteria van ten minste 2 motorische tics en 1 vocale tic die al 1 jaar aanhouden zonder een onderbreking van meer dan 3 maanden, met tic begin voor de leeftijd van 18 jaar. Omdat tics kunnen lijken op andere bewegingsstoornissen, sluit u stereotypieën, dystonie, chorea, ballisme, en myoclonus uit (tabel 1). U legt zijn ouders uit dat Sammy’s aandoening een erfelijke, neurobehaviorale stoornis is die typisch begint in de kindertijd en geassocieerd wordt in families met OCD, ADHD, en autisme spectrum stoornissen.
Zijn ouders vragen naar het verschil tussen tics en andere bewegingen. U legt uit dat oogknippertics, net als andere motorische tics, zich voordoen als plotselinge, repetitieve, stereotiepe, niet-ritmische bewegingen waarbij afzonderlijke spiergroepen betrokken zijn. (Bekijk een video van een patiënt met tics.) Eenvoudige motorische tics zijn focale bewegingen waarbij 1 spiergroep betrokken is, terwijl complexe tics opeenvolgende bewegingspatronen zijn waarbij >1 spiergroep betrokken is of die lijken op doelbewuste bewegingen (tabel 2).
Tabel 1
Kenmerken van 5 bewegingsstoornissen die op tics kunnen lijken
Tics | Stereotypieën | Dystonie | Chorea | Ballisme | Myoclonus |
---|---|---|---|---|---|
Suddend, repetitieve, stereotiepe, niet-ritmische bewegingen of geluiden | Gepatrooneerde, niet-doelgerichte beweging | Cocontractie van agonistische en antagonistische spieren, waardoor een abnormale draaiende houding ontstaat | Continue, vloeiende, niet-ritmische, niet-gerichte beweging | Krachtige, slingerende, grote amplitude choreische beweging | Schelle, snelle, schokachtige bewegingen |
Begint meestal na 3 jaar | Begint meestal voor 3 jaar en lost op tegen de adolescentie | Komt vaker voor bij volwassenen | – | – | – |
Vermindert wanneer geconcentreerd; neemt toe wanneer gestrest, angstig, vermoeid, of verveeld | Treedt op wanneer het kind opgewonden is | Verergert tijdens motorische taken | Verergert tijdens motorische taken | – | |
Comorbide condities zijn OCD en ADHD | Komt vaak voor bij kinderen met mentale retardatie of autisme | – | Kan voorkomen na streptokokkeninfectie | Kan voorkomen na streptokokkeninfectie | – |
Gegeven door een voorgevoelige drang of sensatie | Mogelijk voorafgegaan door een drang | Niet voorafgegaan door een drang | Niet voorafgegaan door een drang | Niet voorafgegaan door een drang | Niet voorafgegaan door een drang |
Onderdrukbaar | Niet onderdrukbaar | Gedeeltelijk onderdrukbaar; kan opnemen in semi-onderdrukbare bewegingen | Deeltelijk onderdrukbaar | Niet onderdrukbaar | |
ADHD: attention-deficit/hyperactivity disorder; OCD: obsessieve-compulsieve stoornis |
Tabel 2
Karakteristieken van eenvoudige en complexe motorische en vocale tics*
Eenvoudige tics | Complexe tics |
---|---|
Oogknipperen of oogrollen Neus, mond, tong of grimassen in het gezicht (trekken van de neus, wapperen van de neus, tandenknarsen, tong uitsteken, mond strekken, lippen likken) Hoofd schokken of bewegingen (nek strekken, kin tegen schouder aanraken) Schouder schokken/bewegingen (schouder ophalen, aan een schouder trekken) Arm- of handbewegingen (armen of vingers buigen of strekken ) Hoesten Keelklaren, grommen Snuiven, snuiven schreeuwen Mompelen |
Springen Spinnen Voorwerpen of mensen aanraken Voorwerpen gooien Het herhalen van andermans handelingen (echopraxie) Obscene gebaren (copropraxie) Het herhalen van de eigen woorden (palilalie) Het herhalen van wat iemand anders heeft gezegd (echolalie) Obscene, ongepaste woorden (coprolalie) |
*Simpele tics zijn focale bewegingen waarbij 1 groep spieren betrokken is; complexe tics zijn opeenvolgende bewegingspatronen waarbij >1 spiergroep betrokken is of die lijken op doelbewuste bewegingen |
Erdere kinderen beschrijven vaak een vooraf waarneembare drang voorafgaand aan de tic. Patiënten kunnen tics meestal voor een voorbijgaande periode onderdrukken, hoewel ze zich tijdens de ticonderdrukking meestal rusteloos voelen en anticiperen op het uitvoeren van hun tic. De uiteindelijke uitvoering van de tic brengt opluchting. Ticonderdrukking treedt ook op tijdens gerichte activiteit. Emotionele stress, vermoeidheid, ziekte, of verveling kunnen tics verergeren.