Ondanks de armoede en het gedwongen analfabetisme van het gewone volk, overtrof de schatkist van het Koninkrijk van de Twee Siciliën ruimschoots die van alle noordelijke hertogdommen en stadstaten samen. Om deze en andere geopolitieke redenen was er een golf van protest om de hele regio te “verenigen” en een nieuwe natie te stichten. Toen kwam Garibaldi.
Giuseppe Garibaldi was de ‘soldaat van het geluk’ bij uitstek. Hij werd geboren in Nizza (nu Nice), dat kort daarvoor door Frankrijk was geannexeerd, maar waarvan de inwoners trouw waren aan de Italiaans sprekende stadstaat Genua, onderdeel van het Koninkrijk Sardegna (Sardinië). Garibaldi, die had meegevochten in revoluties in Brazilië en Uruguay, droomde ervan dat zijn geboorteplaats Nice deel zou gaan uitmaken van een verenigd ‘Italië’. In 1860 voerde hij zijn leger aan bij de aanval op het eilandgedeelte van de Twee Siciliën, waarbij hij enige steun won van de bezitsarme boeren door landhervormingen en de oprichting van een republiek ter vervanging van de monarchie van de Bourbons te beloven. Bij zijn verovering van Sicilië mag niet uit het oog worden verloren dat de slachtoffers die hij maakte Sicilianen waren. Sommigen waren loyalisten, die steunden wat zij zagen als hun rechtmatige heerser. en voorbeeld van de terreur die de Siciliaanse bevolking moest ondergaan, is het voorval in Bronte. Bronte was en is een klein dorp in de provincie Catania. Na wat onrust in het dorp stuurde Garibaldi een van zijn vertrouwde generaals en mede-Genovese Nino Bixio naar Bronte om de vrede te herstellen. Bixio liet een kangoeroe-rechtbank oprichten en liet vijf Brontezen zonder pardon doodschieten, waardoor hij de bijnaam ‘de Slager van Bronte’ kreeg. Tijdens de Siciliaanse veldtocht, schreef hij aan zijn vrouw: “In deze streken (Sicilië) is het niet genoeg de vijand te doden, het is nodig hem te kwellen, hem levend te verbranden in een traag vuur… het zijn streken die vernietigd moeten worden of op zijn minst ontvolkt, hun mensen naar Afrika gestuurd om beschaafd te worden.” Bixio ging met Garibaldi verder om het Siciliaanse deel van het vasteland te veroveren. Garibaldi schonk de Twee Siciliën aan Vittorio Emmanuele, koning van Sardinië, die ze samen met de noordelijke stadstaten inlijfde in het koninkrijk Sardinië. En dat was de naam van het “verenigde” land, totdat in 1861 de naam werd veranderd in “Koninkrijk Italië” en Emmanuele tot koning werd uitgeroepen. Het “Koninkrijk Italië” ontstond dus zevenhonderd éénendertig jaar na de vorming van het Koninkrijk Sicilië. et resultaat was dat Garibaldi’s geboorteplaats Nice niet bij Italië werd gevoegd, maar voorgoed aan Frankrijk werd afgestaan; en in plaats van de democratische republiek die hij de boeren van Sicilië had beloofd, gingen zij eenvoudig van het juk van de Bourbons over op dat van een andere oppermonarch, Vittorio Emmanuele. De “landhervormingen”, die het gewone volk niet in staat stelden eigendom te worden, ontnamen het land van de voormalige adel en de katholieke kerk en brachten het in handen van opportunisten en durfkapitalisten. Omdat men er niet op vertrouwde dat de plaatselijke bevolking haar eigen zaken kon regelen, werden bestuurders en regeringsambtenaren uit het noorden gestuurd, samen met carabinieri (nationale politie) om de vrede te bewaren. Deze expats uit het noorden spraken of verstonden geen Siciliaans en velen deelden Bixio’s minachting voor de regio, wat het aangeboren wantrouwen van de Sicilianen jegens vreemden en corrupte ambtenaren voedde.
Een ander impopulair resultaat van de eenwording was de invoering van iets wat nog nooit eerder was vertoond op Sicilië: de militaire dienstplicht. Alle gezonde mannelijke burgers van het verenigde land moesten zich op twintigjarige leeftijd melden voor militaire dienst. De oorlogen waarin zij vochten en stierven, vonden meestal plaats in de Alpen, langs de noordgrens van het nieuwe “Italië”. Sicilianen zagen hoe de bloem van hun jeugd van de velden werd gehaald, waar ze nodig waren in familiebedrijven, “om te vechten in noordelijke oorlogen”.
Deze omstandigheden droegen allemaal bij aan de ‘Grote Migratie’, waarbij miljoenen uit het land van het voormalige Koninkrijk Sicilië emigreerden op zoek naar een beter leven in België, Frankrijk, Australië, en in de V.S. en Canada. Velen vestigden zich hier in West-New York en hielpen mee onze gemeenschap op te bouwen, in een immigrantengolf die kan worden beschouwd als een eerbetoon aan Garibaldi. Giuseppe Garibaldi, een held voor de Italianen. Voor Sicilianen niet zozeer.
Door deze geschiedenis geef ik altijd een kortaf antwoord als een nieuwe kennis vraagt: “Coniglio, eh? Bent u Italiaan?”
Onveranderlijk blijft mijn antwoord hetzelfde: “Nee, ik ben Siciliaan.”
Kijk op deze kaart: misschien bent u het ook!
Een verkorte versie van dit artikel verscheen voor het eerst in het voorjaarsnummer 2017 vanPer Niente Magazine. |