Wat is intraveneuze therapie?
Intraveneuze therapie (IV) is vloeistof of geneesmiddelen die in de ader worden toegediend om de medische aandoening van uw kind te behandelen. Een infuus is een katheter (een heel dun, flexibel slangetje) dat in de ader van uw kind wordt ingebracht en vastgezet.
Als de katheter eenmaal in de ader zit, doet het geen pijn meer.
De katheter is via een lang slangetje verbonden met een zakje medicijnen of vloeistoffen. Wanneer de medicijnen of vloeistoffen worden toegediend, wordt dit een “infuus” genoemd.
Infusies worden voor de veiligheid geregeld door elektronische computergestuurde pompen. De pompen regelen de snelheid van het infuus, zodat uw kind de juiste hoeveelheid in de juiste tijdsduur krijgt.
Hoe kan ik mijn kind helpen terwijl het infuus wordt ingebracht?
Werk samen met het personeel om een eenvoudige uitleg te geven van wat er gaat gebeuren. U kent uw kind het beste. Uw kalme aanwezigheid zal uw kind helpen zich veilig te voelen. Er zijn nog meer dingen die u kunt doen om de ervaring comfortabeler te maken:
- Het personeel verdooft de huid
- Bij baby’s jonger dan 12 maanden wordt suikerwater (sucrose) gegeven
- Houd uw kind zo mogelijk vast of blijf dicht bij uw kind
- Leidt af met zingen, boekjes, verhaaltjes, elektronica, bubbels, enz.
Als u vragen hebt over wat u moet doen, praat dan met het personeel voor meer ideeën.
Waarom heeft mijn kind een infuus nodig?
Een infuus kan vloeistoffen en medicijnen sneller en in een betere sterkte toedienen dan via de mond of door een spuit in de spier. Het wordt onder meer gebruikt voor:
- vocht toedienen bij uitdroging
- het corrigeren van chemische niveaus in het bloed
- bloedproducten toedienen
- infecties bestrijden
- pijn verlichten
- een langdurige behandeling (weken, maanden of jaren)
Wat zijn de risico’s van een infuus?
Een infuus kan lekken of uit de ader komen. Als dit gebeurt, kan het weefsel rond de plek beschadigd raken, vooral bij bepaalde medicijnen. Een infuusplaats kan ook geïnfecteerd raken. Ons doel is om alle bloedinfecties van infuusplaatsen te voorkomen.
De verpleegkundigen controleren de infuusplaats van uw kind elk uur, dag en nacht, om te kijken of er problemen zijn. Tekenen van problemen zijn:
- roodheid rond de IV-plek
- zwelling, puffen of harde huid rond de IV-plek
- blanching (lichtere huid rond de IV-plek)
- pijn of tederheid rond de plek
- IV werkt niet
- koude huidtemperatuur rond de IV-plek of van de hoofdhuid, hand, arm, been of voet in de buurt van de plaats
Hoe moet ik helpen bij de verzorging van mijn kind?
Als het infuus eenmaal is ingebracht, zou het geen pijn moeten doen, maar uw kind vindt het misschien niet prettig. Om ons te helpen het infuus van uw kind te beschermen:
- Zorg ervoor dat uw kind niet aan het infuus trekt. Gebruik afleiding om uw kind af te leiden. Vraag Child Life om activiteiten die uw kind kan doen.
- Als een armimmobilisator of zachte band nodig is om de plaats van het infuus te beschermen, laat die dan zitten.
- Help de verpleegkundigen bij het plannen van de controle van het infuus van uw kind voor de dutjes en ’s nachts. Weet dat de verpleegkundigen goed licht nodig hebben om het infuus van uw kind elk uur te controleren.
- Houd het beddengoed uit de buurt van de infuusplaats.
Veelvuldige handhygiëne is de belangrijkste manier om de verspreiding van ziektekiemen te voorkomen. Was uw handen altijd goed met water en zeep of ontsmettingsmiddel op alcoholbasis gedurende ten minste 15 seconden voordat u uw kind verzorgt. Het is goed om anderen te vragen hetzelfde te doen.
Wanneer moet ik de verpleegkundige bellen?
Bel de verpleegkundige:
- Als uw kind overstuur raakt van het infuus en u hulp nodig heeft.
- Als u een van deze verschijnselen opmerkt:
- roodheid rond de IV-plek
- zwelling, puffing of harde huid rond de IV-plek
- blanching (lichtere huid rond de IV-plek)
- pijn of tederheid rond de plek
- IV werkt niet
- koude huidtemperatuur rond de IV-plek of van de hoofdhuid, hand, arm, been of voet in de buurt van de plaats
- Als de IV-slang wordt losgetrokken.
- Als er alarmen op de pomp afgaan – de verpleegkundigen luisteren hiernaar en zullen meestal komen voordat u hen roept.
- Als een geneesmiddel prikt of brandt. Hoewel bij bepaalde medicijnen wat prikken te verwachten is, kan uw verpleegkundige dit verzachten.
- Heeft u nog andere vragen of zorgen.
Wat moet ik nog meer weten?
De arts van uw kind zal het type katheter bepalen op basis van het type en de duur van de benodigde behandeling. IV-katheters kunnen zijn:
- perifeer – een korte katheter net onder de huid.
- perifeer ingebrachte centrale katheter (PICC) – een lange katheter die in de arm wordt geplaatst en in een grote ader in de borst wordt geleid.
- centraal – een lange katheter die door een ader in een grote ader in de borst wordt geleid.
- gesloten lijn – soms heeft een kind een IV nodig voor alleen medicijnen, en geen vloeistof tussen de doses. In dat geval zal de verpleegkundige na een medicijndosis de zak en de lange slangen loskoppelen en de infuuskatheter doorspoelen om te voorkomen dat deze verstopt raakt.
Vragen?
Dit blad is niet specifiek voor uw kind, maar geeft algemene informatie. Als u vragen heeft, stel ze dan aan uw verpleegkundige of arts.
Reviewed 7/2019
Back To Top