Hominidae, in de zoölogie, een van de twee levende families van de apen superfamilie Hominoidea, de andere is de Hylobatidae (gibbons). Tot de Hominidae behoren de mensapen, d.w.z. de orang-oetangs (geslacht Pongo), de gorilla’s (Gorilla), de chimpansees en de bonobo’s (Pan), alsmede de mensen (Homo). Vroeger werden alleen de mensen (met hun uitgestorven voorouders) bij de Hominidae ingedeeld, en werden de mensapen in een andere familie, de Pongidae, ondergebracht. Uit morfologische en moleculaire studies blijkt nu echter dat de mens nauw verwant is met de chimpansee, terwijl de gorilla verder weg staat en de orang-oetang nog verder weg. Aangezien classificatieschema’s bedoeld zijn om verwantschappen weer te geven, is het logisch om mensen en mensapen als hominiden te beschouwen, d.w.z. als leden van dezelfde zoölogische familie, de Hominidae. Binnen deze familie worden twee subfamilies onderscheiden. De ene (Ponginae genaamd) omvat alleen de orang-oetans, en de andere (Homininae) omvat de mens en de Afrikaanse mensapen. De subfamilie Homininae is op haar beurt verdeeld in twee “stammen”: Gorillini, voor de Afrikaanse mensapen en hun evolutionaire voorvaderen, en Hominini, voor de mens en zijn voorvaderen. Volgens deze indeling zijn de leden van de mensenstam, d.w.z. de moderne mens en zijn uitgestorven voorouders (b.v, de Neanderthalers, Homo erectus, verschillende soorten Australopithecus), vaak aangeduid als hominins.
Er is voorgesteld (maar niet algemeen aanvaard) om chimpansees en bonobo’s in hun eigen stam te plaatsen, Panini genaamd, omdat zij genetisch relatief ver van Gorillini afstaan, of zelfs dat zij in dezelfde stam (Hominini) en hetzelfde geslacht (Homo) als de mens moeten worden geplaatst, omdat hun voorouders zich relatief kort geleden (ongeveer 5 miljoen jaar geleden) van elkaar hebben gescheiden.
Alle leden van de Hominidae hebben complexe cognitieve eigenschappen gemeen: zij kunnen bijvoorbeeld allemaal leren zichzelf in spiegels te herkennen (een eigenschap die wordt gezien als een aanwijzing voor een zekere mate van zelfbewustzijn), en voor zover bekend zijn zij de enige dieren (met uitzondering van de tuimelaardolfijn) die dit kunnen.