De wetenschap achter de grootte
Als je eenmaal je optimale aantallen hebt bepaald, wordt je dieet flexibeler. Uit onderzoek blijkt namelijk dat zolang je rekening houdt met calorieën en macronutriënten, de maaltijdfrequentie niet relevant is voor het veranderen van de lichaamssamenstelling. Als dat het geval is, gaat het bij het kiezen van de juiste dieetstructuur om het zo realistisch, functioneel en duurzaam mogelijk maken van je plan, en niet om het vasthouden aan bro-wetenschap.
Theoretisch zou je je 2.800 calorieën kunnen eten over zes kleine maaltijden, drie maaltijden van gemiddelde grootte, of een tot twee grote maaltijden en even indrukwekkende resultaten boeken. Maar wat is het meest praktisch in de echte wereld van een werkende professional – plastic bakjes en klokkijken of consequent een stevige lunch en avondeten eten?
Ik ben voorstander van een intermitterende eetstructuur – overdag weinig en koolhydraatarm eten en dan ’s avonds het grootste deel van je calorieën en koolhydraten binnenkrijgen – simpelweg omdat dit voor de meeste mannen het makkelijkst te volgen plan is. Het past in onze zakelijke en sociale patronen. Het sluit aan bij onze natuurlijke instincten. Het doorbreekt een dieet obsessie.
De mens is geëvolueerd op een vasten en eet cyclus. Het grootste deel van ons bestaan hebben we overdag gevast of minder gegeten, terwijl we actief ons voedsel zochten, jaagden en verzamelden. Daarna brachten we de avond door met ontspannen en ons tegoed doen aan het grootste deel, zo niet al het, van ons dagelijks opgenomen voedsel. Trein. Smullen. Herhaal.
Deze methode is uiterst effectief op fysiologisch niveau. Het controleert insuline en bloedsuikerspiegel, en maximaliseert vet-verbrandende hormonen en cellulaire factoren zoals groeihormoon (GH) en cyclisch adenosine monofosfaat (cAMP) gedurende de dag. Dit zorgt ervoor dat u gedurende een groot deel van de dag vet verbrandt. Het verhoogt ook de energie en verbetert de cognitieve functie.
Groot uitpakken met een nachtelijk feestmaal maximaliseert spieropbouwende hormonen en aanvullende cellulaire factoren zoals cyclisch guanosinemonofosfaat (cGMP) en mammalian target of rapamycin (mTOR). En met uitgeputte energiereserves en beschadigde spiervezels van de training, zult u meer dan klaar zijn voor een chowdown throwdown. Het beste deel is dat je zult verlangen naar voedsel dat een metabolisch doel dient-hoge kwaliteit eiwitten, schone koolhydraten en gezonde vetten. Het verlangen om je vol te proppen met rotzooi en nutteloos voedsel te eten zal drastisch afnemen na het eten van een complete, verzadigende, volwaardige maaltijd.
Wat betekent dit nu buiten het lab in de echte wereld van de sportschool? Je kunt op de juiste manier bulken en je bouwt spieren op terwijl je lichaamsvet onder controle blijft – alles zonder je algehele gezondheid in gevaar te brengen.