Gekiemd brood bevat de hele, gekiemde korrel (de kern, of bes) van verschillende zaden. Ze verschillen van witbrood in die zin dat witbrood wordt gemaakt van gemalen tarwe-endosperm (na verwijdering van de zemelen en de kiem). Volkorenbroden bevatten de zemelen, de kiem en het endosperm, en leveren dus meer natuurlijk voorkomende vezels, vitaminen en eiwitten. Gekiemd graanbrood heeft ongeveer dezelfde hoeveelheid vitaminen per gram. Gekiemd graanbrood heeft 47% minder gluten dan gewoon brood.
Een vergelijking van voedingsanalyses laat zien dat gekiemde granen ongeveer 75% van de koolhydraten bevatten, iets meer eiwitten en ongeveer 40% van het vet in vergelijking met volle granen.
Naast tarwe kunnen gekiemde broden granen en peulvruchten bevatten zoals gierst, gerst, haver, linzen en soja. Brood dat is gemaakt van een scala aan granen en peulvruchten kan een complete set aminozuren leveren, de bouwstenen van eiwitten. Gekiemde broden kunnen iets meer sporenelementen en voedingsstoffen bevatten dan niet-gekiemde broden. Voor de rest bieden ze grotendeels dezelfde voordelen als volkorenbroden ten opzichte van geraffineerde graanbroden, zoals een verlaagd risico op coronaire hartziekten.