Ondanks dat velen van ons midden in de nacht wakker worden omdat ze dorst hebben en/of naar het toilet moeten, besluiten maar weinigen van ons wakker te blijven om nog een maaltijd te nuttigen. We kauwen wel eens op een graham cracker, knabbelen aan een restje taart of drinken een glas melk met wat koekjes. Maar met uitzondering van een categorie mensen die nachteters worden genoemd, hebben we zelden honger genoeg om een volledige maaltijd te eten, ook al is het uren geleden dat we voor het laatst hebben gegeten.
Het bijna fysieke onvermogen om veel voedsel in onze magen te stoppen, blijkt uit het gebrek aan eetlust waarmee we het ontbijt benaderen dat op een trans-Atlantische vlucht om 2 of 3 uur ’s nachts wordt geserveerd. We zijn wakker, min of meer, maar onze magen zijn dat niet. Omgekeerd kunnen sommigen van ons de tijd aflezen aan het gerommel in onze maag halverwege de dag en aan het begin van de avond, dat aangeeft: “Tijd om te eten!” Waarom hebben we vijf of minder uur na de vorige maaltijd trek in lunch of avondeten, maar niet midden in de nacht, acht of negen uur nadat we hebben gegeten? Tegen de tijd dat we uit de kindertijd komen, zullen de meesten van ons waarschijnlijk niet meer wakker worden voor een voeding om 2 uur ’s nachts.
Een hormoon, afgescheiden door de maag maar werkend op de hersenen, kan het antwoord zijn. Ghreline (ritme met Mary Ellen) lijkt op bepaalde tijdstippen in een 24-uurs cyclus tot eten aan te zetten, maar niet op andere tijdstippen. Hoewel het lijkt alsof we eten volgens de klok, als in: “Het is middag dus ik moet wel honger hebben”, is dit blijkbaar niet het geval (althans niet in een onderzoekssituatie). Ongeveer zeven jaar geleden, in een studie gepubliceerd in de American Journal of Physiology door D.E. Cummings en collega’s, werd het ghreline niveau gemeten bij vrijwilligers wanneer zij aan een maaltijd begonnen. De onderzoekers ontdekten dat wanneer de vrijwilligers de meeste honger hadden, vlak voor ze aan een maaltijd begonnen, hun ghrelinespiegel hoog was. Na het eten daalde het ghrelinegehalte in het bloed en naarmate de tijd verstreek, begon het langzaam weer te stijgen. Vijf of zes uur na de vorige maaltijd waren de honger en de ghrelinespiegel weer hoog, en begonnen de proefpersonen aan hun volgende maaltijd.
Waarom staan we dan niet allemaal om 1 of 2 uur ’s nachts in de keuken op zoek naar iets te eten, 6 of 7 uur na het avondeten? De meesten van ons slapen en zouden, als ze wakker werden, waarschijnlijk een boterham of een roerei afslaan. We hebben geen honger. De reden? Volgens onderzoek gerapporteerd in het European Journal of Endocrinology door Natalucci, et al, is het niveau van het hongerhormoon het laagst tussen middernacht en 7 uur ’s morgens.
Maar sommige mensen worden wel elke nacht wakker met genoeg honger om meer te eten dan een paar crackers en wat melk te drinken. Deze zogenaamde nachteters kunnen in feite evenveel calorieën verbruiken als de rest van ons tijdens het avondeten. Zij eten niet om weer in slaap te vallen, maar omdat zij honger hebben. Het is onduidelijk of zij wakker worden omdat zij honger hebben of dat zij merken hoe hongerig zij zijn wanneer zij wakker worden om andere redenen, zoals lawaai of de behoefte om naar het toilet te gaan. Honger hebben ze echter wel, en blijkbaar omdat nachteters tussen middernacht en de ochtend een abnormaal hoog gehalte aan ghreline in het bloed hebben. Het is alsof dit hormoon niet synchroon loopt met de andere hormonen, vooral melatonine, die hen in slaap moeten houden, niet midden in de nacht pizza’s opwarmen of een biefstuk ontdooien.
Niemand weet precies wat te doen aan de hoge niveaus van het hongerhormoon in de kleine uurtjes van de ochtend. Onderzoekers erkennen dat de stijging van gherlin vertraagd is, zodat in plaats van een stijging laat in de middag/vroeg in de avond, wanneer we normaal gesproken onze avondmaaltijd zouden eten, het vijf of zes uur later lijkt te pieken. Eén gedachte is om nachteters bloot te stellen aan lichttherapie in de vroege ochtend, vergelijkbaar met de lichtboxen die worden gebruikt door mensen met SAD (Seasonal Affective Disorder). Volgens een artikel van Goel N. Stunkard en anderen in het Journal of Biological Rhythms reageren nachteters die zijn blootgesteld aan ochtendlicht hierop door op normale etenstijden te gaan eten en zullen zij hun nachtelijke voedselconsumptie verminderen. Misschien verandert het licht het ritme van de ghreline-afgifte, zodat het de normale slaap/waak-cyclus benadert. Of misschien zorgt het vroege opstaan voor een lichtbak ervoor dat mensen ’s morgens vroeg gaan ontbijten (hoewel het moeilijk te geloven is dat ze honger zullen hebben) en dat dit een normale ghreline-afgifte in gang zet voorafgaand aan de lunch en vervolgens het avondeten.
Of misschien is het antwoord dat we naar Spanje moeten verhuizen, waar iedereen na de late voorstelling avondeten lijkt te eten.