Abstract
Doelstellingen
Ongeblindeerde studies hebben verbeteringen aangetoond in de hyperresponsiviteit van de luchtwegen (AHR) met chronisch nadolol bij steroïd-naïeve astmapatiënten. Nagaan wat de effecten zijn van chronische niet-selectieve bètablokkade als toevoeging op inhalatiecorticosteroïden (ICS) bij astmapatiënten.
Methodes
Er werd een dubbelblinde gerandomiseerde placebogecontroleerde cross-over trial uitgevoerd met propranolol bij milde tot matige astmapatiënten die ICS kregen. Deelnemers ondergingen een zes tot acht weken durende titratie van propranolol of placebo naar gelang de tolerantie tot een maximum van 80 mg per dag. Tiotropium werd gegeven gedurende de eerste vier tot zes weken van elke behandelingsperiode. Het primaire resultaat was methacholine challenge. Secundaire uitkomsten waren histamine challenge, longfunctie, mini-astma kwaliteit van leven vragenlijst (mini-AQLQ) en astma controle vragenlijst (ACQ).
Resultaten
18 patiënten voltooid: gemiddelde (SEM); leeftijd 36 (4), FEV1% 93 (2), ICS ug/dag 440 (66). Er werd geen significant verschil waargenomen in methacholine- of histamine challenge na blootstelling aan propranolol versus placebo. Voor methacholine challenge was het verdubbelingsverdunningsverschil (DDD) 0-04 (95%CI -0-56 – 0-63), p=0-89. Salbutamol herstel om 20 minuten na histamine uitdaging werd gedeeltelijk verzwakt door propranolol versus placebo, FEV1% gemiddeld verschil: 5,28 (95%CI 2,54-8,01), p=0,001. Na chronische bètablokkade was er een kleine verslechtering in FEV1 % voorspeld van 2-4% (95%CI -0-1 – 4-8), p=0-055. Er werd geen verschil gevonden voor ACQ of mini-AQLQ.
Conclusies
Dit is de eerste placebogecontroleerde studie naar de effecten van chronische niet-selectieve bètablokkade bij astma, waaruit geen significant effect van propranolol vergeleken met placebo bleek op methacholine of histamine AHR en geen verandering in ACQ of AQLQ.