VelddiepteEdit
Aangezien de scherptediepte van een foto omgekeerd evenredig is met de grootte van het diafragma van de lens, wordt de diafragmaprioriteit vaak gebruikt om de fotograaf in staat te stellen de scherpstelling van objecten in het kader te regelen. Diafragmavoorkeuze is daarom bijvoorbeeld nuttig bij landschapsfotografie, waar het gewenst kan zijn dat objecten op de voorgrond, in de middenafstand en op de achtergrond allemaal scherp worden weergegeven, terwijl de sluitertijd er niet toe doet. Om deze grote scherptediepte te verkrijgen, is een klein diafragma (aangeduid met een hoog f-getal, bijv. f/16 of f/22) nodig. Diafragmavoorkeuze wordt ook gebruikt bij portretfotografie, waar een groot diafragma (aangeduid met een laag getal, bijvoorbeeld f/1.4 of f/2.8) en dus een kleinere scherptediepte gewenst kan zijn om de achtergrond onscherp te maken en minder af te leiden.
SluitertijdEdit
Een ander veelgebruikt gebruik van diafragmavoorkeuze is om indirect de sluitertijd te beïnvloeden voor een gewenst effect. Bij landschapsfotografie kan een gebruiker bij het fotograferen van een waterval een klein diafragma kiezen, zodat de camera een lange sluitertijd kiest (zodat voldoende licht de film of sensor kan bereiken voor een goede belichting), waardoor het water onscherp door het beeld loopt. Integendeel, een groter diafragma maakt het mogelijk de sluitertijd te verkorten en zo de handbewegingen te verminderen door een foto te maken zonder statief of, als alternatief, een lagere ISO om de beeldkwaliteit te verbeteren door de ruis te verminderen.Wanneer een portret wordt gefotografeerd bij weinig licht, kan de fotograaf ervoor kiezen de lens te openen tot het maximale diafragma in de hoop voldoende licht te krijgen voor een goede belichting terwijl de kortst mogelijke sluitertijd wordt gehandhaafd om onscherpte te verminderen.