Sommigen zullen misschien beweren dat bepaalde moderne instrumenten hen overtreffen, maar toch blijven deze uitzonderlijke violen van makers als Antonio Stradivari en Gieuseppe Antonio Guarneri (bekend als Guarnerius del Gesù, ‘van Jezus’) inspireren. Hetzij door hun uitzonderlijke klank, hetzij door de violisten die ze hebben bespeeld of door een fascinerende achtergrondgeschiedenis, zoals de viool uit de Titanic of de ‘Gibson’ Stradivarius, die bijna 50 jaar vermist was. Hun verschijning op openbare veilingen haalt vaak de voorpagina’s, terwijl op privéveilingen astronomische bedragen worden genoemd.
De ‘Dorothy Delay’ Gaudagnini – 1 miljoen euro
De viool werd in 1778 gemaakt door de Italiaanse luthier Giovanni Battista Guadagnini (1711-1786) en dankt zijn naam aan zijn eigenares Dorothy Delay, een groot Amerikaans violiste en lerares. Zij was assistente van Ivan Galamain aan de Julliard School of Music, waar Itzhak Perlman in die tijd studeerde. Ze gaf ook vioolles aan Albert Stern, Nigel Kennedy, Jean-François Rivest en Gil Shaham, voordat ze haar eigen school begon.
Het instrument werd in 2013 voor bijna een miljoen euro geveild bij Tarisio, het hoogste officieel geregistreerde bedrag voor een Guadagnini.
De 1727 ‘Kreutzer’ Stradivarius – 1,5 miljoen euro
De viool is vernoemd naar een van zijn bezitters, de Franse violist Rodolpe Kreutzer (Beethoven droeg zijn 9e sonate voor viool aan hem op). De Kreutzer werd in 1727 ontworpen door Antonio Stradivari, en ging vervolgens door de handen van gitaarbouwer Jean-Baptiste Vuillaume, een groothertog van Rusland en de Amerikaanse senator William Andrews – allen grote verzamelaars van instrumenten (Clark bezat niet minder dan zeven Stradivarius violen, waaronder een Kreutzer uit 1731 die in 2014 op 7,5 miljoen dollar werd getaxeerd). Het instrument kwam uiteindelijk in handen van violist Maxim Vengerov, die het in 1998 voor 1,5 miljoen dollar verwierf.
De ‘Rode’ of ‘Mendelssohn’ Stradivarius – 1,7 miljoen dollar
De verkoop ervan in 1990 voor 902.000 pond was recordbrekend. Gemaakt in 1720, werd het ‘De Rode Viool’ genoemd vanwege zijn levendige rode tint. Nadat hij een tijdlang was bespeeld door Joseph Joachim lijkt hij bijna 200 jaar te zijn verdwenen voordat hij in de jaren 1930 in Berlijn weer opdook bij Lili von Mendelssohn (een nazaat van Felix Mendelssohn).
De erfgenaam van een rijke Amerikaanse industriëlenfamilie, de Pitcairns, verwierf hem in 1990. De viool werd toevertrouwd aan zijn toen pas 16-jarige kleindochter, Elizabeth Pitcairn. De geschiedenis en de fascinerende kleur van de viool waren het onderwerp van een film uit 1999, The Red Violin, geregisseerd door François Girard.
De ‘Lady Tennant-Lafont’ Stradivarius – 1,5 miljoen euro
De ‘Lady Tennant-Lafont’, in 1699 gemaakt door Antonio Stradivari, behoorde eerst toe aan violist Charles Philippe Lafont, een leerling van Rodolphe Kreutzer en een tijdgenoot van Niccolo Paganini; zij stonden tegenover elkaar in een wedstrijd in La Scala in 1816, waarvan geen winnaar werd gekozen. Het werd gekocht door een rijke Schotse zakenman, Sir Charles Tennant, in 1990, hij gaf het aan zijn vrouw Marguerite, een amateur violiste.
In 2005 werd het geveild bij Christie’s en gekocht door de Stradivari Society of Chicago voor iets meer dan 1,5 miljoen euro. Zij vertrouwden het in 2007 toe aan de Chinese violist Liu Yang, en in 2009 aan de Belgische solist Yossif Ivanov. 6. Le ” Folinari ” Guarnerius Del Gesu – 1,8 miljoen d’euro
De ‘Folinari’ Guarnerius Del Gesu – 1,8 miljoen euro
Dit is een van de enige violen mase door Giuseppe Antonio Guarneri (1688-1744), bekend als Guarnerius de Gesu (van Jezus). Het werd gemaakt in Cremona rond 1725. In 2012 werd het op een veiling verkocht aan een anonieme koper voor ongeveer 1,8 miljoen euro. De prijs werd gerechtvaardigd door zijn zeldzaamheid; het was slechts de tweede viool van Italiaanse makelij die in 10 jaar werd geveild. Zijn geschiedenis blijft mysterieus, het werd ontdekt in Italië in de jaren 1990.
De ‘Baron von der Leyen’ Stradivarius – 2 miljoen euro
Antoni Stradivari’s meesterwerk de ‘Baron von der Leyen’ stamt uit 1705, de ‘Gouden Eeuw’ van de Italiaanse gitaarbouwer. Het ontleent zijn naam aan een vroege eigenaar Baron Friedrich Heinrich von Freidrich von der Leyen (1769-1825), een rijke Duitse textielhandelaar die een grote belangstelling voor instrumenten schijnt te hebben gehad. Hij bezat ook twee andere Stradivarius violen. De Noorse filantroop Anton Fredrik Klaveness bezat de viool later. De viool werd voor het laatst gekocht door een anonieme koper voor bijna 2 miljoen euro op een veiling van Tarisio in 2012.
De ‘Solomon, ex-Lambert’ Stradivarius – 2 miljoen euro
De verkoop van deze ‘late’, 1729 Stradivarius bij Christie’s voor meer dan 2 miljoen euro aan een anonieme koper veroorzaakte in 2007 veel ophef. De viool dateert niet uit de ‘Gouden Eeuw’ van de beroemde bouwer, maar eerder uit zijn latere ‘Rijpe’ periode.
De viool dankt zijn naam aan twee van zijn eigenaars, de Britse violiste Dorothy Mary Murray Lambert, een leerlinge van Carl Flesch en Leopold Auer, die in de jaren twintig en dertig een carrière als soliste had, en de Amerikaanse ondernemer en mede-oprichter van Vanguard Records, Seymour Solomon.
De ‘Hammer’ Stradivarius – 2,5 miljoen euro
De kosten van een Stradivarius zijn de laatste jaren de pan uit gerezen. De ‘Hammer’ werd door Christie’s getaxeerd op tussen de 1,5 miljoen en 2,5 miljoen dollar voordat hij op 16 mei 2016 werd geveild. Het werd uiteindelijk gekocht door een anonieme bieder voor een recordbedrag van 3,54 miljoen dollar. Het was eerder eigendom van de Nippon Music Foundation, die het uitleende aan violiste Kyoko Takezawa.
De viool is ontworpen in 1709, in Antonio Stradivari’s ‘Gouden Eeuw’; hij is vernoemd naar de Zweedse verzamelaar Christian Hammer.
De ‘Molitor’ Stradivarius – 2,5 miljoen euro
Een hardnekkig gerucht noemde Napoleon Bonaparte als een van de bezitters van deze Stradivarius uit 1697. Dit is niet ver bezijden de waarheid, hij behoorde toe aan Juliette Récamier, een socialite en prominent figuur van het Eerste Keizerrijk; zij werd vereeuwigd in een aantal schilderijen, het meest bekend van Jacques-Louis David. In 1804 werd de viool om onbekende reden doorgegeven aan Gabriel Molitor, een generaal van het Empire. Hij was ook musicus en de Stradivarius bleef tot de Eerste Wereldoorlog in zijn familie.
De ‘Molitor’ is in de loop van de twintigste eeuw vaak van eigenaar veranderd. In 1989 was het in het bezit van de Amerikaanse violiste Elmar Oliveira. Vijf jaar later ruilde zij hem voor Albert Sterns ‘Lady Stretton’ Guarneri de Gesu. Stern behield de ‘Molitor’ tot 2010, toen hij het kostbare instrument in Tarisio veilde. Violiste Anne Akiko Mayers kocht het voor 3,6 miljoen dollar (een record). Zij is gewend uitzonderlijke instrumenten te bespelen, zij bespeelt ook de ‘Royal Spanish’ Stradivarius, en de ‘Vieuxtemps’ Guarneri de Gesu, die in 2012 ergens in de buurt van de 16 miljoen dollar kostte. De koper van de ‘Vieuxtemps’, die anoniem blijft, heeft Mayers levenslang het gebruik van de viool gegeven
De ‘Lady Blunt’ Stradivarius – 11 miljoen euro
Deze recordbrekende viool werd in 1971 voor 84.000 pond verkocht bij Sotheby’s, waarbij het veilinghuis een beroep deed op Yehudi Menuhin om de kwaliteit van de viool te demonstreren. 40 jaar later, in 2011, werd de viool opnieuw geveild, ditmaal door Tarisio, om geld in te zamelen voor twee organisaties die hulp boden aan de slachtoffers van de natuurrampen in Japan. De veiling overtrof het record van de ‘Molitor’ met 9,8 miljoen pond, meer dan 11 miljoen euro.
De reden voor deze belachelijke prijs? Ten eerste de uitzonderlijke conditie van het instrument; gemaakt in 1721 door Antonio Stradivari, tijdens zijn ‘Gouden Eeuw’, is ‘The Lady Blunt’ van verzamelaar op verzamelaar overgegaan waardoor het in bijna originele conditie is gebleven. Het is nauwelijks bespeeld en heeft dus niet de wijzigingen ondergaan die bij de meeste 18e eeuwse violen te zien zijn. Uit de handen van de Franse bouwer Jean-Baptiste Vuillaume ging het in het midden van de 19e eeuw over naar Lady Anne Blunt. Zij is het, dochter van Ada Lovelace en kleindochter van Lord Byron, die de kostbare viool zijn bijnaam geeft.