Abstract
Er zijn maar weinig gebeurtenissen in de moderne geschiedenis die kunnen wedijveren met de onmiddellijke impact van de terroristische aanslagen van 9/11 op de Verenigde Staten en zelfs de wereldeconomie. De luchtvaartsector werd bijzonder hard getroffen omdat commerciële vliegtuigen het wapen waren dat door de terroristen werd gebruikt bij de aanslagen op het World Trade Center en het Pentagon. In de onmiddellijke nasleep van de aanslagen legde de Amerikaanse regering de commerciële vloot drie dagen lang een vliegverbod op, waardoor het aantal reizen in september 2001 met 31,6% daalde ten opzichte van dezelfde maand in 2000 en de sector enorme verliezen leed. Dit leidde tot een snelle reactie van het Congres om de sector weer op de been te helpen. Het Congres heeft ook belangrijke veranderingen doorgevoerd om de veiligheid van het vervoer te verbeteren. Meer bepaald werd de Transportation Security Administration (TSA) binnen het Department of Homeland Security opgericht en belast met de handhaving van de veiligheid van alle vormen van vervoer, met inbegrip van de luchtvaartsector. Sinds haar oprichting heeft TSA al het beveiligingspersoneel gefederaliseerd en uitgebreide veiligheidsmaatregelen genomen voor commerciële luchtvaartmaatschappijen. Hoewel deze maatregelen tot dusver een nieuwe geslaagde aanslag op Amerikaanse bodem hebben voorkomen, brengen zij een prijs met zich mee. Zij verhogen namelijk de reiskosten in de tijd, waardoor de optimaliseringscalculus van potentiële reizigers verandert.