De gebiedende wijs in het Spaans is een werkwoordsvorm die wordt gebruikt om iemand een opdracht te geven, om een suggestie te doen om iets te doen, om aanbevelingen te doen, advies te geven, handelingen te verbieden of een verzoek te doen.
Er zijn verschillende vormen van de gebiedende wijs in het Spaans die gebruik maken van – tú, nosotros, usted, ustedes.
Voorbeelden in het Engels: Geef me het zout aan. Open de deur. Wacht niet. Laten we iets gaan eten.
Er zijn standaardvormen voor werkwoorden in zowel de bevestigende als de ontkennende vorm die eindigen op -ar, -er, en -ir.
Merk op dat de gebiedende vorm voor “tú” verandert afhankelijk van of het in de bevestigende of ontkennende … Bijvoorbeeld: “Entra” – Kom binnen, maar “No entres” – Kom niet binnen.
Voorbeelden:
Come tu helado: (tú vorm) | Eet je ijsje op |
Coma tu helado: (usted vorm) | Eet je ijsje op |
Hable con él | Spreek met hem (enkelvoud “usted” vorm) |
No hablen con él | Doe niet spreek niet met hem (meervoudsvorm “ustedes”) |
Tomemos un café | Laat ons een koffie drinken |
¡Viva para hoy! | Leef voor vandaag! |
Er zijn ook onregelmatige vormen in de gebiedende wijs die volgen op de onregelmatige tegenwoordige vorm van het werkwoord
Quiero = quiera, tengo = tenga, traigo = traiga, puedo = pueda
Daarnaast zijn er nog een aantal gebiedende wijsvormen die geen enkele regel volgen. Deze moet je gewoon uit je hoofd leren:
Verb | Tú | Nosotros | Usted | Ustedes |
Ser | Se | Seamos | Sea | Sean |
Estar | Estemos | Esté | Estén | |
Ir | Ve | Vayamos | Vaya | Vayan |
Tener | Ten | Tengamos | Tenga | Tengan |
Venir | Ven | Vengamos | Venga | Vengan |
Salir | Sal | Salgamos | Salga | Salgan |
Hacer | Haz | Hagamos | Haga | Hagan |
Decir | Di | Digamos | Diga | Digan |
Poner | Pon | Pongamos | Ponga | Pongan |
Dar | Da | Damos | Dé | Den |
Voorbeelden:
Zijn amable | Ben aardig |
Geef de appel aan je zus | |
Vaya a la cocina | Ga naar de keuken |
Kom met me mee | Kom met me mee |
Doe je werk | Doe je werk |
Kies de juiste vorm van de Imperatief in het Spaans.
Oefening. Vul de zinnen aan met de juiste vorm van de Imperatief in het Spaans.
1. Als je zus komt, ga je met haar mee.
2. We hebben honger. Dan snel.
3. Als je zus komt, niet met haar.
4. Als je naar de stad gaat, niet in dit restaurant.
5. Hier is de hamer. jij.
6. Voor je verjaardag een feestje.
7. We zijn verdwaald. Ik niet!
8. Na je les, naar je oma.
9. Doe je vuile kleren uit. (je) overhemden in de wasmachine.
10. de inspanning om gelukkig te zijn.
Interactieve oefening 2
Vul de zinnen in met de juiste vorm van de Imperatief.
Als je het juiste antwoord niet weet, typ dan ‘?’ om het te onthullen.
1. Als uw broeder u vraagt, (zeg) dan niets tegen hem.
2. Aan het eind van de dag (verlaat (ons)) vroeg om naar het café te gaan
3. Als je naar de film wilt, (maak) je nu je huiswerk.
4. Jullie zullen wel honger hebben. (eet) voordat je aan het werk gaat.
5. Als de vloer nat is, ga dan niet
6. Na het bezoek aan je oom, (breng) je het gebak.
7. Als de politieman komt, (ga (je)) uit zijn weg.
(vertel) je moeder dat je wilt eten.
9. Ik ga naar de markt. Als je wilt komen, (kom) dan met mij mee.
10. Ik ben over een uur bij het huis. (wees (je)) klaar.
Onderwerpen behandeld in deze les
De gebiedende wijs in het Spaans – regelmatige en onregelmatige vormen in bevestigend en ontkennend.
De gebiedende wijs in het Spaans – regelmatige en onregelmatige vormen in bevestigend en ontkennend.