The costal cartilage are segments of cartilage that connect the sternum to the ribs and help to extend the ribs in a forward motion. Dit kraakbeen draagt ook bij tot de elasticiteit van de wanden van de borstkas, waardoor de borstkas tijdens de ademhaling kan uitzetten. Er zijn twaalf delen van het kraakbeen. Elk heeft twee kraakbenen, uiteinden en randen. Zeven paren van het costale kraakbeen zijn verbonden met het borstbeen. Twee van de ribbenkraakbeengedeelten lopen spits toe en eindigen in de wanden van de buik. Drie paren van het costale kraakbeen zijn gelede (verbonden) met de voorafgaande ribben. De voorste (frontale) oppervlakken zijn convex, terwijl de achterste (achterste) oppervlakken concaaf zijn. De randen zijn superieur en inferieur van aard. Het superieure gedeelte is hol, terwijl het inferieure convex is. Het elfde en twaalfde segment van het kraakbeen zijn puntig en vrij van aanhechtingen. Wanneer een persoon 65 jaar of ouder wordt, wordt het kraakbeen gevoelig voor oppervlakkige ossificatie, of verharding tot een benige substantie.