Hoewel ze vooral bekend is als de echtgenote van de beroemde burgerrechtenleider Dr. Martin Luther King Jr., heeft Coretta Scott King haar eigen nalatenschap gecreëerd in de beweging om een einde te maken aan onrechtvaardigheid. Ook na zijn dood zette zij de nalatenschap van haar man voort.
Coretta Scott werd op 27 april 1927 geboren in Marion, Alabama. King’s ouders waren beiden ondernemers en haar moeder was muzikaal getalenteerd. King toonde als kind al belangstelling voor muziek en blonk op de lagere school al snel uit als leidster in het koor. Ze was de valedictorian op de middelbare school en behaalde haar BA in muziek aan het Antioch College in Yellow Springs, Ohio. King kreeg een beurs om haar muziekstudies voort te zetten aan het New England Conservatory of Music in Boston, Massachusetts. Tijdens haar studie aan het conservatorium maakte King kennis met de toenmalige doctorandus Martin Luther King Jr. Hoewel ze zich aanvankelijk niet tot hem aangetrokken voelde, kregen de twee verkering en trouwden ze in 1953.
Een jaar later studeerde King af aan het conservatorium en verhuisde het echtpaar naar Montgomery, Alabama. Martin werd voorganger van de Dexter Avenue Baptist Church. De kerk werd een centrum voor de burgerrechtenbeweging in Alabama en uiteindelijk in het hele land. Vanwege de deelname van haar familie aan de beweging ontving King vaak doodsbedreigingen. Als gevolg daarvan was het huis van het echtpaar een voortdurend doelwit voor blanke supremacistische groeperingen. Gedurende haar huwelijk verscheen King zij aan zij met haar echtgenoot in de strijd tegen het onrecht. Ze uitte ook openlijk kritiek op de uitsluiting van vrouwen door de beweging. De Kings kregen vier kinderen. Als Martin op reis was, bleef Coretta vaak thuis om in haar eentje een volledig huishouden te runnen.
Dr. Martin Luther King Jr. werd op 4 april 1968 in Memphis, Tennessee, vermoord. King bleef zich inzetten voor verschillende zaken en marcheerde in een arbeidersstaking slechts enkele dagen na zijn begrafenis. Ze uitte openlijk haar afkeer van de oorlog in Vietnam, een actie waardoor ze enkele jaren onder toezicht van de FBI stond. King steunde ook verschillende vrouwenrechtenzaken. Ze reisde internationaal en gaf lezingen over racisme en economische vraagstukken in de Verenigde Staten en daarbuiten. In 1969 ontving King de Universal Love Award en werd daarmee de eerste niet-Italiaanse die deze onderscheiding ontving. In datzelfde jaar publiceerde zij haar memoires, getiteld My Life with Martin Luther King Jr.
King richtte het King Center op, een gedenkplaats die zich richtte op de bescherming en bevordering van de nalatenschap van haar man. Haar harde werk resulteerde uiteindelijk in een federale feestdag ter ere van Dr. Martin Luther King Jr., die in 1983 in de wet werd opgenomen. Hoewel ze later de leiding van het King Center aan haar zoon Dexter doorgaf, bleef King een integraal onderdeel van de organisatie en aanvaardde ze tot aan haar dood toespraken en optredens. King overleed op 30 januari 2006 aan de gevolgen van eierstokkanker. Haar begrafenis werd bijgewoond door verschillende presidenten en staatshoofden die hun droefheid uitspraken over het verlies van een andere prominente figuur in de strijd voor gelijkheid. Ze ligt begraven naast haar man in Atlanta, Georgia.