5.5. Lexico-Semantiek
Toekomstige studies zouden zich ook kunnen richten op een van de onontgonnen onderdelen van taal in termen van therapie, de lexico-semantiek, die aan de oorsprong ligt van verschillende moeilijkheden die op een hoger taalniveau worden waargenomen. Joanette en collega’s trokken de eerste conclusie dat de rechter hersenhelft een belangrijke rol zou kunnen spelen bij lexicale exploratiestrategieën. Volgens Tompkins en Lehman komen moeilijkheden bij het interpreteren van woorden met dubbelzinnige betekenis en metaforische uitdrukkingen voort uit een tekort om de eerste geactiveerde betekenis te remmen. In dat perspectief kan een RHD individu zich niet losmaken van de primaire, letterlijke en concrete uitdrukkingen om een adequate interpretatie te maken. De alternatieve hypothese, naar voren gebracht door Beeman , is de grove coderingsbehandeling van woorden door de rechter hemisfeer. Volgens verschillende auteurs is de rechterhersenhelft verantwoordelijk voor de activering van verafgelegen en minder frequente semantische verbanden. De vermeende verbanden met mentale flexibiliteit moeten worden opgehelderd.
5.6.
Na de leeftijd van 55 jaar verdubbelt het risico op een beroerte elke 10 jaar. Daarom moeten de kenmerken van het ouder wordende brein grondig worden onderzocht. Park en Reuter-Lorenz beschrijven scaffolding als een normaal proces, verworven tijdens het leren. Nadat een vaardige prestatie is bereikt, zou het circuit verschuiven naar een meer specifiek en optimaal circuit van neurale regio’s die functioneel met elkaar verbonden zijn. De initiële schavotering kan dan beschikbaar blijven als een secundair circuit dat kan worden gerekruteerd wanneer prestatie plaatsvindt onder uitdaging. Naarmate men ouder wordt, kan de steiger, als een compenserend systeem, worden aangesproken om meer vertrouwde taken en cognitieve basisoperaties uit te voeren. De auteur vermeldt dat “de instandhouding van taal op oudere leeftijd het resultaat is van het continue gebruik van taal en een bijzonder uitgebreid steiger netwerk”.
Het lijkt redelijk om af te leiden dat een beschadiging van de rechter hersenhelft direct van invloed kan zijn op het compenserende circuit (vooral wanneer dit zich voordoet in de rechter DLPFC regio die vaak het steiger netwerk herbergt), hoewel dit vooral nodig is voor compensatie in kritieke tijd na een beroerte. Dat zou gedeeltelijk kunnen verklaren waarom RHD grotere moeilijkheden zouden kunnen ondervinden met materiaal van hoge complexiteit, dat gelijktijdige integratie van informatie vereist, zoals het geval is in een gesprek. Om deze hypothese te testen zouden individuele functionele connectiviteits- en patroonanalyses moeten worden uitgevoerd, aangezien groepsanalyses misleidend kunnen zijn wanneer men geïnteresseerd is in patronen die duidelijk zeer geïndividualiseerd zijn.
In conclusie, behandelingen met RHD volwassenen moeten worden gestructureerd volgens actuele theoretische en klinische kennis om elke bias van aandachts- en andere cognitieve stoornissen te vermijden. Behandelingen moeten daarom een hiërarchie in moeilijkheidsgraad bevatten, gebruik maken van verschillende vormen van feedback, en rekening houden met bijkomende cognitieve stoornissen. Interventies zouden idealiter taakgericht moeten zijn en zo dicht mogelijk bij het echte leven moeten staan, om de complexiteit van communicatie in actie te weerspiegelen en generalisatie in vele functionele activiteiten mogelijk te maken. Rekening houdend met de gebrekkige kennis over evidence-based behandelingseffectiviteit, moeten studies met een sterkere methodologische opzet worden uitgevoerd door onderzoekers in samenwerking met clinici om de juiste behandelingsmethoden voor RHD individuen te specificeren.
Acknowledgments
De auteurs danken de Heart and Stroke Foundation of Canada (HSFC en het Institut de Recherche en Santé du Canada) (IRSC, MOP-93542) voor hun financiële steun.