Abstract
Dillon’s Rule is al meer dan een eeuw een leidende doctrine in de constitutionele verhoudingen tussen staat en lokale overheid. Simpel gezegd komt het erop neer dat de lokale overheden de schepselen van de staat zijn en alleen die bevoegdheden mogen uitoefenen die hun uitdrukkelijk door de staat zijn toegekend. Historisch gezien was deze doctrine een reactie op de revolutionaire veranderingen van de tweede helft van de negentiende eeuw en maakte zij deel uit van de strijd om de vaak tegenstrijdige eisen van het oude en het nieuwe te beheersen en met elkaar in overeenstemming te brengen. Hoewel niet altijd in een gestaag tempo, nam de centralisatie van de staat in deze periode toe. Uiteindelijk kwam er een tegenbeweging op gang, die zich identificeerde met de voorstanders van zelfbestuur. Deze hadden echter slechts een geringe invloed op het tegenhouden van de erosie van de lokale autonomie. In het licht van de overweldigende politieke, economische en sociale krachten van de twintigste eeuw die centralisatie in de hand werkten, werd de constitutionele controverse die met Dillon’s Rule was ontstaan, minder relevant als bepalende factor voor de betrekkingen tussen de staat en de lokale overheden. Het soort centralisatie dat uiteindelijk tot stand kwam was er een waarbij de macht geconcentreerd was in functioneel gedefinieerde bureaucratieën die in wezen de geografisch gedefinieerde bestuursniveaus overstegen. De erkenning van deze ontwikkeling stimuleerde nieuwe “home rule”-bewegingen die erop gericht waren de greep van de professionele bureaucratieën te verzwakken en meer beslissingsbevoegdheid terug te geven aan de politieke ambtenaren op lokaal niveau. Programma’s als de oorlog tegen de armoede, modelsteden en het delen van inkomsten zijn pogingen om de invloed van bureaucratieën op lokaal beleid te verminderen.
Elke uitgave van de Annals of the American Academy of Political and Social Science, onder gastredactie van wetenschappers en deskundigen op dit gebied, presenteert meer dan 200 pagina’s actueel, diepgaand onderzoek over een belangrijk onderwerp dat van belang is voor haar lezerspubliek, dat bestaat uit academici, onderzoekers, beleidsmakers en professionals.
Sara Miller McCune richtte SAGE Publishing in 1965 op om de verspreiding van bruikbare kennis te ondersteunen en een wereldwijde gemeenschap te onderwijzen. SAGE is een toonaangevende internationale leverancier van innovatieve, hoogwaardige content en publiceert jaarlijks meer dan 900 tijdschriften en meer dan 800 nieuwe boeken, verspreid over een breed scala aan vakgebieden. Een groeiend aanbod van bibliotheekproducten omvat archieven, data, case studies en video. SAGE blijft voor het grootste deel in handen van de oprichtster en zal na haar leven in handen komen van een charitatieve trust die de onafhankelijkheid van het bedrijf waarborgt. De hoofdkantoren zijn gevestigd in Los Angeles, Londen, New Delhi, Singapore, Washington DC en Melbourne. www.sagepublishing.com