Wie was Charles de Gaulle?
Charles de Gaulle klom op van Frans soldaat in de Eerste Wereldoorlog tot verbannen leider en uiteindelijk tot president van de Vijfde Republiek, een functie die hij bekleedde tot 1969. De Gaulle’s tijd als commandant in de Tweede Wereldoorlog zou later zijn politieke carrière beïnvloeden en hem een vasthoudende gedrevenheid geven. Zijn tijd als president werd gekenmerkt door de studenten- en arbeidersopstanden in 1968, waarop hij reageerde met een oproep tot burgerlijke orde.
Vroeger en militaire carrière
De zoon van een professor in de filosofie en literatuur, de beroemde Franse leider de Gaulle, werd geboren op 22 november 1890 in een vaderlandslievend en vroom katholiek gezin. De Gaulle was een goed opgevoed en belezen kind. Al vroeg droomde hij ervan een militair leider te worden. In 1909 schrijft hij zich in aan de militaire academie van het land, Saint-Cyr. In 1912 rondde hij zijn studie af en sloot zich aan bij een infanterieregiment dat onder bevel stond van kolonel Philippe Pétain, waar hij diende als luitenant.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog onderscheidde de Gaulle zich op het slagveld. Hij raakte al vroeg twee keer gewond en ontving een medaille voor zijn diensten. De Gaulle werd bevorderd tot kapitein en vocht in 1916 in een van de dodelijkste confrontaties van de oorlog – de Slag om Verdun. Tijdens het gevecht raakte hij gewond en werd vervolgens gevangen genomen. Na verschillende mislukte ontsnappingspogingen werd de Gaulle aan het eind van de oorlog bevrijd.
De Gaulle was een intelligent en bekwaam soldaat en volgde na de oorlog een speciaal opleidingsprogramma aan de École Supérieure de Guerre. Hij werkte later samen met Pétain en maakte deel uit van de Franse Hoge Oorlogsraad. De Gaulle deed internationale ervaring op en verbleef in Duitsland en het Midden-Oosten.
De Gaulle was ook een inzichtelijk schrijver en onderzocht een aantal militaire kwesties in zijn boeken. Hij publiceerde zijn onderzoek naar Duitsland, La Discorde chez l’ennemi, in 1924. Een ander belangrijk boek was Vers l’armée de métier (1932), waarin hij suggesties deed voor het creëren van een beter leger. Dit kritische werk werd grotendeels genegeerd door Franse militaire functionarissen, maar niet door de Duitsers. Volgens sommige berichten zou het Duitse leger in de Tweede Wereldoorlog enkele van de aanbevelingen van de Gaulle hebben opgevolgd. Hij en zijn mentor Petain kregen ruzie over een ander boek, La France et son armée (1938).
Wereldoorlog II
Toen de gevechten tussen Duitsland en Frankrijk uitbraken, leidde de Gaulle een tankbrigade. In mei 1940 werd hij tijdelijk benoemd tot brigadegeneraal van de 4e Pantserdivisie. De Gaulle bleef zich professioneel opwerken en werd in juni ondersecretaris van defensie en oorlog voor de Franse leider Paul Reynaud. Korte tijd later werd Reynaud vervangen door Pétain. De nieuwe regering van Pétain, ook wel de Vichy-regering genoemd, sloot een deal met Duitsland om verder bloedvergieten te voorkomen. Het Vichy-regime werd berucht vanwege zijn collaboratie met de Nazi’s.
De Gaulle, een toegewijd patriot, accepteerde de overgave van Frankrijk aan Duitsland in 1940 niet. In plaats daarvan vluchtte hij naar Engeland, waar hij een leider werd van de Vrije Franse Beweging, met de steun van de Britse premier Winston Churchill. Vanuit Londen zond de Gaulle een boodschap uit over het Kanaal aan zijn landgenoten, waarin hij hen opriep zich te blijven verzetten tegen de Duitse bezetting. Hij organiseerde ook soldaten uit de Franse koloniën om aan de zijde van de geallieerde troepen te vechten.
“Wat er ook gebeurt, de vlam van het Franse verzet mag en zal niet doven.” – Charles du Gaulle, 18 juni 1940
De Gaulle irriteerde soms andere geallieerde leiders met zijn eisen en vermeende arrogantie. De Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt kon hem naar verluidt niet uitstaan. Aan het eind van de oorlog werd De Gaulle opzettelijk buiten de Jalta Conferentie gehouden, toen Duitsland over zijn overgave onderhandelde. Hij verzekerde zijn natie echter van een bezettingszone in Duitsland en een zetel in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. De Gaulle genoot brede steun in eigen land en werd in 1945 president van de voorlopige regering van Frankrijk. In een conflict over meer macht voor de uitvoerende macht van het land, legde de Gaulle deze functie neer.
De Gaulle leidde een aantal jaren zijn eigen politieke beweging, “Rally pour le peuple français”, die niet veel aan kracht won. In 1953 trok hij zich terug uit de politiek, maar in 1959 werd hij opnieuw president van het land.