BUTORPHANOL TARTRATE
(uitsluitend ter informatie van dierenartsen)
BRAND NAME: DOLOREX, STADOL, TORBUTROL, TORBUGESIC
verkrijgbaar in
1 MG, 5 MG en 10 MG
tabletten
ACHTERGROND/HOE WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT
De opiaatklasse van medicijnen is ingewikkeld te beschrijven. Er zijn verschillende soorten receptoren in het zenuwstelsel die reageren op opiaten. Deze receptoren worden aangeduid met verschillende Griekse letters (“mu”, “kappa” en “sigma”). Opiaten werken door sommige receptoren te binden en te stimuleren (dergelijke opiaten worden “agonisten” genoemd van de receptoren die zij stimuleren) of zij kunnen receptoren binden en blokkeren (in welk geval zij de receptor “antagoniseren”). Wat de effecten van een bepaald opiaat zijn (euforie, hoestonderdrukking, pijnbestrijding, hallucinatie, verslaving enz.) hangt af van welke receptoren worden gestimuleerd en welke worden geblokkeerd.
Sommige opiaten stimuleren alleen de receptoren. Deze worden “pure agonisten” genoemd. Sommige opiaten, zoals butorfanol, stimuleren sommige receptoren en blokkeren andere. Dit maakt butorfanol wat een “agonist/antagonist” wordt genoemd. Butorfanol stimuleert de kappa-receptoren (pijnstilling) en de sigma-receptoren (hoestonderdrukking) en antagoniseert de mu-receptoren (pijnstilling, euforie, sedatie, misselijkheid, ademhalingsonderdrukking, constipatie). Waar dit op neerkomt, is dat butorfanol slechts een milde, zeer kortwerkende pijnstilling geeft, maar een goede hoestonderdrukking, en dit zonder verslaving en met minimale sedatie. In een chirurgische of anesthetische setting kan butorfanol worden gebruikt om de ademhalingsdepressie van mu-antagonisten (zoals fentanyl) om te keren, mocht dat problematisch worden, zonder de pijnstilling om te keren. Butorfanol wordt ook gebruikt om misselijkheid te verlichten bij bepaalde chemotherapiemiddelen (met name cisplatine).
BIJWERKINGEN
De belangrijkste bijwerking is sedatie. Soms kan het diarree of verlies van eetlust veroorzaken.
Butorfanol kan de hartslag vertragen, hoewel dit zelden van betekenis is voor normale patiënten.
INTERACTIES MET ANDERE DRUGS
Omdat butorfanol de mu-receptor antagoneert, zal het opiaten bestrijden die mu-agonisten zijn: morfine, oxymorphone, fentanyl, meperidine, enz.
Als butorfanol wordt gebruikt in combinatie met andere geneesmiddelen die sederende eigenschappen hebben, zullen deze sederende eigenschappen duidelijker naar voren komen.
Hoewel butorfanol normaal gesproken geen ademhalingsonderdrukking veroorzaakt, kan dit wel het geval zijn bij gebruik in combinatie met antihistaminica of kalmerende middelen.
Gelijktijdig gebruik met het antibioticum erytromycine kan het metabolisme van butorfanol verminderen, wat leidt tot een langere of sterkere werking van butorfanol en een grotere kans op bijwerkingen. Een soortgelijke interactie wordt gezien met de luchtwegverwijdende stof theofylline.
CONCERNEN EN VOORZORGEN
Er zijn verschillende omstandigheden waarin butorfanol als ongeschikt wordt beschouwd. Butorfanol dient met voorzichtigheid of helemaal niet te worden gebruikt bij patiënten met: leveraandoeningen, nierfalen, hypothyreoïdie, hypoadrenocorticisme (ziekte van Addison), hoofdtrauma, hydrocefalie, of bij zeer verzwakte patiënten.
Butorphanol zal de placenta passeren en zal worden uitgescheiden in de melk. Het mag niet worden gebruikt tijdens zwangerschap en borstvoeding.
Butorphanol wordt door de lever uit het lichaam verwijderd. Als de lever ziek is, kan men een abnormale klaring van het geneesmiddel zien.
Butorphanol mag niet worden gebruikt bij aandoeningen van de luchtwegen waarbij hoestonderdrukking niet gewenst is (zoals longontsteking).
Dit geneesmiddel staat op de lijst van geneesmiddelen die worden beïnvloed door de P-1 genmutatie die veel voorkomt bij Collies en Collie-achtige rassen. Het P-glycoproteïne is betrokken bij het weren van bepaalde geneesmiddelen uit bepaalde lichaamsweefsels (het centrale zenuwstelsel in het bijzonder). Veel Collies hebben een mutatie in het gen waardoor hun centrale zenuwstelsel meer beschikbaar is voor bepaalde geneesmiddelen dan het geval zou zijn bij honden met een normaal P-glycoproteïne. Butorfanol is een van deze geneesmiddelen die hierbij betrokken zijn, waardoor honden met deze mutatie (de “MDR1-mutatie”) gevoelig zijn voor de sederende bijwerking van butorfanol. Dosisreductie wordt aanbevolen. Voor meer informatie over deze mutatie en hoe u uw hond hierop kunt testen klik hier.
Voorzorg (fotocredit: MorgueFile.com) |
CAUTION (fotocredit: MorgueFile.com) |
Pagina voor het laatst bijgewerkt: 5/24/2019