Abstract
Oxcarbazepine (Trileptal, Timox) is structureel verwant aan carbamazepine en heeft anticonvulsieve activiteit. Studies suggereren dat de anticonvulsieve werking van oxcarbazepine gemedieerd wordt via de blokkering van neuronale ionenkanalen. Bij patiënten van <18 jaar was de werkzaamheid van oxcarbazepine monotherapie vergelijkbaar met die van fenytoïne bij kinderen met partieel beginnende of gegeneraliseerde tonisch-clonische aanvallen in een 48 weken durend onderzoek. Aanvullende ondersteunende bevindingen toonden aan dat 43-71% van de patiënten met partieel beginnende, gegeneraliseerde of onbepaalde epilepsie aanvalsvrij waren na monotherapie met oxcarbazepine (gemiddelde dosering 27,7-50 mg/kg/dag; duur 1-5 jaar). Daarentegen toonde een klein niet-blind onderzoek aan dat bij meer patiënten die werden behandeld met oxcarbazepine monotherapie dan met carbamazepine monotherapie, recidiverende aanvallen optraden gedurende 16 maanden therapie (hoewel de conclusies die uit dit onderzoek kunnen worden getrokken beperkt zijn). Als aanvullende therapie was oxcarbazepine significant beter dan placebo in het verminderen van de aanvalsfrequentie bij kinderen en adolescenten met refractaire partiële beginaanvallen met of zonder secundaire generalisatie: de mediane procentuele verandering in partiële beginaanvalfrequentie was 35% versus 9%, respectievelijk, gedurende 16 weken therapie. In niet-vergelijkende onderzoeken met oxcarbazepine (gemiddelde dosering 34,5-56,7 mg/kg/dag) was 7-11% van de patiënten met partiële of gegeneraliseerde aanvallen aanvalsvrij tijdens de behandeling, en 20-54% had aanvalsreducties van > of=50%. Oxcarbazepine werd over het algemeen goed verdragen tijdens monotherapie en aanvullende therapie; 2,5% en 10% van de patiënten trokken zich terug uit goed gecontroleerde onderzoeken van oxcarbazepine monotherapie en aanvullende therapie. Oxcarbazepine monotherapie werd beter verdragen dan fenytoïne en de bij patiënten met oxcarbazepine waargenomen verschijnselen waren van voorbijgaande aard. Het metabolisme van oxcarbazepine wordt grotendeels niet beïnvloed door inductie van het cytochroom (CYP) P450-systeem. Oxcarbazepine kan echter CYP2C19 remmen en CYP3A4 en CYP3A5 induceren, waardoor het metabolisme van andere geneesmiddelen (bv. fenytoïne) wordt verstoord. Bovendien verlaagt oxcarbazepine de plasmaspiegels van orale anticonceptiva en moeten alternatieve anticonceptiemethoden worden gebruikt. Geconcludeerd kan worden dat oxcarbazepine (als monotherapie en als aanvullende therapie) werkzaam is gebleken bij de behandeling van partiële beginnende aanvallen bij kinderen met epilepsie. Niettemin maken het over het algemeen gunstige verdraagbaarheidsprofiel en het relatief lage potentieel voor geneesmiddeleninteracties van oxcarbazepine een waardevolle optie in de behandeling van epilepsie bij kinderen.