Beginselen
Een van de belangrijkste doelstellingen van het bestuursrecht is te zorgen voor efficiënt, economisch en rechtvaardig bestuur. Een bestuursrechtelijk systeem dat het bestuur belemmert of frustreert, is duidelijk slecht, evenals een systeem dat leidt tot onrechtvaardigheid jegens het individu. Maar om te beoordelen of bestuursrecht effectief bestuur helpt of belemmert, of op zo’n manier werkt dat het individu geen recht wordt gedaan, moeten zowel de doelen die het openbaar bestuur geacht wordt te dienen als de middelen die het gebruikt worden onderzocht worden.
In dit verband kan slechts een poging worden gedaan tot de breedste algemeenheden. Er kan worden gesteld dat alle staten, ongeacht hun economisch en politiek systeem of hun ontwikkelingsstadium, streven naar een hoge economische groei en een hoger gemiddeld inkomen per persoon. Zij streven allen modernisering, verstedelijking en industrialisatie na. Zij trachten allen de belangrijkste sociale diensten, met name onderwijs en volksgezondheid, op een zo hoog mogelijk peil te brengen. De verwachtingen van de bevolking zijn veel hoger dan in vroegere tijden. Van de regering wordt niet alleen verwacht dat zij de orde handhaaft, maar ook dat zij vooruitgang boekt. Er is een wijdverbreide overtuiging dat wijs en goed gericht overheidsoptreden armoede kan uitroeien, ernstige werkloosheid kan voorkomen, de levensstandaard van de natie kan verhogen en een snelle sociale ontwikkeling tot stand kan brengen. De mensen in alle landen zijn zich veel meer dan hun voorvaderen bewust van de invloed van de overheid op hun dagelijks leven en van haar mogelijkheden voor goed en kwaad.
De groei in de functies van de staat is te vinden in de meer ontwikkelde en in de minder ontwikkelde landen; in zowel oude als nieuwe staten; in democratische, autoritaire en totalitaire regimes; en in de gemengde economieën van het Westen. De beweging heeft haar hoogtepunt nog lang niet bereikt. Met elke uitbreiding van de functies van de staat hebben de betrokken bestuursorganen – centrale ministeries, plaatselijke, provinciale of regionale overheden, of voor een bepaald doel opgerichte speciale agentschappen – extra bevoegdheden gekregen.