A Christmas Carol, voluit A Christmas Carol, in Prose: Being a Ghost Story of Christmas, korte roman van Charles Dickens, oorspronkelijk gepubliceerd in 1843. Het verhaal, plotseling in een paar weken bedacht en geschreven, is een van de opmerkelijkste kerstverhalen uit de moderne literatuur.
Door middel van een reeks spookvisioenen krijgt de gierige Ebenezer Scrooge de kans zijn leven te herzien en de uitkomst ervan te veranderen. De Geest van het Verleden van Kerstmis onthult vignetten van Scrooge’s vroege leven als schooljongen, leerjongen en verliefde jongeman. De Geest van het Kerstmis Heden onthult Scrooge dat vreugde weinig te maken heeft met rijkdom; samen bezoeken ze de huizen van Bob Cratchit, Scrooge’s mishandelde bediende, en van zijn vrijgevige neef Fred, die uit liefde getrouwd is. Tenslotte geeft de geest van Kerstmis die nog moet komen Scrooge een visioen van hoe zijn einde zal zijn als hij op zijn huidige koers doorgaat – hij zal veracht en onbemind sterven. Na deze scènes is Scrooge veranderd. Hij begint onmiddellijk zijn leven te beteren, wordt gul en bedachtzaam en vindt zo verlossing en vreugde.